Schriftelijke vragen gevolgen van de overwinningen voor de natuur voor de gemeente Den Bosch
Indiendatum: 23 jan. 2025
Den Bosch, 23 januari 2025
Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.
Onderwerp: gevolgen van de overwinningen voor de natuur voor de gemeente Den Bosch
Geacht college,
Zoals ook u waarschijnlijk niet ontgaan is, heeft gisteren een impactvolle uitspraak van de Haagse rechtbank plaatsgevonden, in de door Greenpeace aangespannen zaak tegen de Staat, om het kabinet te dwingen tot betere bescherming van de Nederlandse Natura 2000-gebieden, een resultaatverplichting voortkomend uit de Habitat- en Vogelrichtlijnen.
De uitspraak betekent dat de Nederlandse overheid gehouden is aan de vastgelegde wettelijke afspraken: in 2025 moet 40 procent van de stikstofgevoelige natuur gevrijwaard zijn van een te hoge stikstofneerslag, in 2030 moet 50 procent onder die kritische grenswaarde zitten en in 2035 74 procent. Om deze doelen te behalen zal de regering heel rap heel fors moeten handelen in haar stikstofaanpak, met name ten aanzien van het landbouwbeleid.
Minister Wiersma heeft echter vrij direct kenbaar gegeven niet in te grijpen in het stikstof- en landbouwbeleid. Het kabinet heeft besloten een ministeriële commissie op te richten.
Naast de uitspraak van 22 januari jl. heeft op 18 december 2024 de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan in de hoger beroepen inzake Amercentrale en Rendac. De Afdeling heeft geoordeeld dat intern salderen per direct vergunningplichtig wordt. Het natuurbeschermingsrecht eist dat eerst wordt onderzocht of de uitbreiding of wijziging van een bedrijf significante gevolgen heeft voor beschermde natuurgebieden. Als significante gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, is een natuurvergunning nodig en moet een passende beoordeling worden gemaakt. Daarin moet worden onderzocht of het bedrijf de beschermde natuur aantast. Tot de uitspraak van 18 december mocht de vergunde stikstofgevolgen van het oude project worden weggestreept tegen de stikstofgevolgen van het nieuwe project (intern salderen). Dat is dus veranderd, er mag alleen nog worden gekeken naar de gevolgen van het project op zichzelf, zónder rekening te houden met de gevolgen van de oude situatie.
Het vonnis van 18 december heeft terugwerkende kracht. Voor alle bedrijfsuitbreidingen en (woning)bouwprojecten die na 2020 met intern salderen gerealiseerd zijn, moet daarom alsnog een vergunning worden aangevraagd.
Onze fractie is blij en opgelucht met en over bovengenoemde uitspraken en de bescherming van de natuur, die piept en kraakt onder een dikke stikstofdeken. Aan de andere kant zijn wij bezorgd over de reactie van het kabinet en de gevolgen van het kabinetsbeleid voor boeren, woningbouw en ondernemers. Zij zijn en worden mogelijk door slecht overheidsbeleid in de problemen gebracht. Onze fractie heeft zorgen en vragen over wat dit betekent voor inwoners, boeren en andere ondernemers in de gemeente Den Bosch.
Wij hebben hierover de volgende vragen aan u:
1. Hoeveel bedrijfsuitbreidingen en (woning)bouwprojecten hebben na 2020 plaatsgevonden met intern salderen, waarvoor met terugwerkende kracht alsnog een natuurvergunning aangevraagd moet worden?
2. Bij hoeveel van deze bedrijfsuitbreidingen en (woning)bouwprojecten is gebruik gemaakt van latente ruimte in de stikstofrechten?
3. Heeft u een inschatting van hoeveel illegale situaties er naar verwachting in Den Bosch zullen ontstaan, omdat geen natuurvergunning verkregen kan worden?
4. Zijn er op dit moment in Den Bosch lopende BOPA aanvragen, gebaseerd op intern salderen, waarbij gebruik wordt gemaakt van latente stikstofruimte? Zijn of worden deze lopende aanvragen als gevolg de uitspraak van 18 december afgewezen? Indien nee, waarom niet?
De minister heeft aangegeven niet direct in te grijpen in het stikstof- en landbouwbeleid, waarmee de kans groot is dat wederrechtelijk gehandeld wordt, daar de overheid zich hiermee niet houdt aan de wettelijke afspraken waar de Haagse rechtbank over geoordeeld heeft dat deze wetgeving een resultaatverplichting is. Doordat de regering daarmee in feite aangeeft zich niet aan de wetgeving te houden, vrezen wij dat meer illegale situaties, in strijd met de Habitat- en Vogelrichtlijnen, kunnen ontstaan. Wij vrezen dat boeren en ondernemers hierdoor de dupe kunnen worden van overheidsbeleid dat tekort schiet. Zij zullen immers de rekening krijgen, wanneer zij bijvoorbeeld nu op basis van intern salderen, en in lijn met de uitspraak van 18 december, een natuurvergunning verkrijgen, die mogelijk op een later moment toch onterecht uitgegeven blijkt, als gevolg van de uitspraak van 22 januari.
5. Hoe kijkt u aan tegen de reactie van de minister op de uitspraak van 22 januari?
6. Deelt u onze vrees, dat boeren en andere ondernemers de dupe kunnen worden van overheidsbeleid, doordat het kabinet niet adequaat reageert op de uitspraak van 22 januari?
7. Ziet u mogelijkheid en bent u bereid om af te wijken van het beleid van de Rijksoverheid, en boeren en andere ondernemers te beschermen tegen het beleid van de Rijksoverheid, door bijvoorbeeld extra kritisch en terughoudend te zijn op BOPA aanvragen en aanvragen tot wijzigingen van bestemmingsplannen die een natuurvergunning in het kader van stikstofuitstoot vereisen? Zo ja, wat gaat u hierin doen? Zo nee, waarom niet?
8. Naar aanleiding van de uitspraak van 22 januari zal er forse reductie van de stikstofuitstoot in heel het land plaats moeten vinden, ook in de gemeente Den Bosch. Bent u bereid om als lokale overheid te handelen naar de uitspraak van de Haagse rechtbank, wanneer de Rijksoverheid hier op dit moment nog geen opvolging aan geeft, en in beeld te brengen welke ingrepen met als doel de reductie van stikstofuitstoot, binnen de mogelijkheden van onze gemeente liggen? Zo ja, wat mogen wij hierop van u verwachten? Zo nee, waarom niet?
We kijken uit naar uw beantwoording.
Namens de fractie van Partij voor de Dieren,
Eileen Samshuijzen
Indiendatum:
23 jan. 2025
Antwoorddatum: 18 apr. 2025
Geachte mevrouw Samshuijzen,
In uw brief van 23 januari 2025 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde. Allereerst willen we graag onze excuses aanbieden voor het verlate antwoord. Het vertalen van de uitspraken naar onze gemeentelijke praktijk heeft tot deze vertraagde beantwoording geleid. We hebben u eerder per email laten weten dat deze vragen vertraagd beantwoord zouden worden. Daarnaast hebben we de afgelopen periode gewerkt aan een proactieve aanpak op het stikstofdossier. Deze lichten we nader toe in onze collegebrief over dit onderwerp.
Inleiding
Vanaf 1 januari 2024 geldt de Omgevingswet. Uitgangspunt vanuit de Omgevingswet is dat een initiatiefnemer zelf verantwoordelijk is voor alle benodigde vergunningen en toestemmingen. Het bevoegd gezag voor ruimtelijke ordening en bouwen zijn wij als gemeente, het bevoegd gezag voor het natuurspoor is de provincie. De provincie maakt een eigenstandige afweging en beoordeling of een natuurvergunning voor een project wel of niet kan worden verleend. Wij als gemeente hebben dus geen invloed op de besluitvorming door de provincie over het verlenen van natuurvergunningen.
Onder andere de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State (december 2024) en uitspraak van de rechtbank Den Haag (januari 2025) hebben geleid tot het instellen van een ministeriële commissie Economie en Natuurherstel. We wachten niet de resultaten van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel, en daaropvolgend de handelingswijze van rijk en de provincie als bevoegd gezag af, maar starten met de aanpak ‘natuurversterkend ontwikkelen’ om uit de stikstofimpasse te komen.
Met inachtneming hiervan kunnen wij u het volgende antwoorden:
Vraag 1: Hoeveel bedrijfsuitbreidingen en (woning)bouwprojecten hebben na 2020 plaatsgevonden met intern salderen, waarvoor met terugwerkende kracht alsnog een natuurvergunning aangevraagd moet worden?
Antwoord: De provincie is het bevoegd gezag om te beoordelen of voor een project, waarbij gebruik is gemaakt van intern salderen, alsnog een natuurvergunning is benodigd. Wij hebben dit als gemeente dus niet inzichtelijk.
Vraag 2: Bij hoeveel van deze bedrijfsuitbreidingen en (woning)bouwprojecten is gebruik gemaakt van latente ruimte in de stikstofrechten?
Antwoord: De provincie Noord-Brabant is het bevoegd gezag in het kader van natuurvergunningverlening op dit gebied. We hebben als gemeente geen inzicht en overzicht of en hoe vaak gebruik is gemaakt van latente ruimte.
Vraag 3: Heeft u een inschatting van hoeveel illegale situaties er naar verwachting in Den Bosch zullen ontstaan, omdat geen natuurvergunning verkregen kan worden?
Antwoord: Het is de vraag in hoeverre illegale, te handhaven, situaties zullen ontstaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State biedt in de uitspraken, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid, een overgangsperiode tot 1 januari 2030. Gedurende 5 jaar kan de provincie Noord-Brabant, als bevoegd gezag, in principe niet handhaven tegen het voortzetten van de projecten zonder een (eventueel) benodigde natuurvergunning. Op dit moment verleent de provincie geen natuurvergunningen en het is ook nog niet duidelijk wat de lijn van de provincie gaat worden ten aanzien van deze groep intern saldeerders. De provincie heeft ons laten weten zich nog te beraden over de gevolgen van de uitspraken en wacht – net als wij - de resultaten van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel af. Als gemeente hebben wij de gevraagde inschatting niet.
Vraag 4: Zijn er op dit moment in Den Bosch lopende BOPA aanvragen, gebaseerd op intern salderen, waarbij gebruik wordt gemaakt van latente stikstofruimte? Zijn of worden deze lopende aanvragen als gevolg de uitspraak van 18 december afgewezen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord: Er zijn op dit moment, voor zover bij ons bekend, binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch geen lopende BOPA-aanvragen, gebaseerd op intern salderen, waarbij gebruik wordt gemaakt van latente stikstofruimte. Onze gemeente is slechts bevoegd voor de verlening van de ruimtelijke toestemming (door middel van een BOPA) en de provincie Noord-Brabant is bevoegd tot verlening van een eventueel benodigde natuurvergunning.
Vraag 5: Hoe kijkt u aan tegen de reactie van de minister op de uitspraak van 22 januari?
Antwoord: Wij constateren, net als de minister, dat de gevolgen van de uitspraken groot zijn. Tegelijkertijd geven de uitspraken ook het belang aan om in Nederland de natuur te herstellen en verbeteren. Door de uitspraken zit een groot deel van Nederland nagenoeg geheel op slot, ook ‘s-Hertogenbosch. Dit raakt de opgaven waar we als gemeente voor aan de lat staan, zoals de woningbouwen de duurzaamheidsopgave. Maar ook de gevolgen voor het bedrijfsleven zijn groot. Daarom is het goed dat de ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel is opgericht.
Toch constateren we dat de aanpak van het Rijk onvoldoende handvatten biedt om op lokaal niveau verder te kunnen werken aan onze gemeentelijke opgaven, onder andere woningbouw, bedrijvigheid en de energietransitie. Dit is de reden dat we als college proactief willen optreden en hierop lokaal het verschil in willen maken. Hiervoor hebben we de afgelopen periode gewerkt aan een lange termijn koers van de aanpak ‘natuurversterkend ontwikkelen’ om uit de stikstofimpasse te komen. Met deze aanpak zetten we zelf een stap naar voren en willen we met medeoverheden en andere organisaties samenwerken om groen, water en natuur verder te versterken. We willen gezamenlijk de stikstofdepositie laten dalen, om hand in hand met natuurherstel weer ruimte te krijgen voor realisatie van onze gemeentelijke opgaven, waarbij groen, water en natuur een prominente plek krijgen binnen onze stedelijke ontwikkeling.
Over deze aanpak informeren we u in een aparte collegebrief.
Vraag 6: Deelt u onze vrees, dat boeren en andere ondernemers de dupe kunnen worden van overheidsbeleid, doordat het kabinet niet adequaat reageert op de uitspraak van 22 januari?
Antwoord: Ja, we delen deze vrees, maar kijken uit naar de uitkomsten van de ministeriële commissie.
Vraag 7: Ziet u mogelijkheid en bent u bereid om af te wijken van het beleid van de Rijksoverheid, en boeren en andere ondernemers te beschermen tegen het beleid van de Rijksoverheid, door bijvoorbeeld extra kritisch en terughoudend te zijn op BOPA aanvragen en aanvragen tot wijzigingen van bestemmingsplannen die een natuurvergunning in het kader van stikstofuitstoot vereisen? Zo ja, wat gaat u hierin doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 5. We willen juist proactief, met medeoverheden en andere organisaties, toewerken naar een lange termijn koers op dit gebied. Hiermee willen we gezamenlijk met medeoverheden en andere organisaties werken aan een daling van de stikstofdepositie en het natuurherstel.
Vraag 8: Naar aanleiding van de uitspraak van 22 januari zal er forse reductie van de stikstofuitstoot in heel het land plaats moeten vinden, ook in de gemeente Den Bosch. Bent u bereid om als lokale overheid te handelen naar de uitspraak van de Haagse rechtbank, wanneer de Rijksoverheid hier op dit moment nog geen opvolging aan geeft, en in beeld te brengen welke ingrepen met als doel de reductie van stikstofuitstoot, binnen de mogelijkheden van onze gemeente liggen? Zo ja, wat mogen wij hierop van u verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: We hebben vooralsnog geen redenen om ervan uit te gaan dat het Rijk, aangezien dit een landelijk probleem betreft, geen opvolging geeft aan de rechterlijke uitspraak, gezien de instelling van de ministeriële Commissie. Uiteraard houden wij via onze netwerken van VNG, G40 en via de provincie de vinger aan de pols. Lokaal willen we, samen met medeoverheden en andere organisaties op lokaal niveau bijdragen aan een oplossingsrichting voor dit landelijke probleem via de aanpak, zoals toegelicht in de eerdergenoemde collegebrief.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch,
De gemeentesecretaris, drs. B. van der Ploeg
De burgemeester, drs. J.M.L.N. Mikkers
Interessant voor jou

Schriftelijke vragen tegels i.p.v. groen op de Stationsweg
Lees verderSchriftelijke vragen knallende ellende in vuurwerkvrije zone tijdens jaarwisseling
Lees verder