Schrif­te­lijke vragen erkenning en maat­re­gelen geuro­verlast veehou­de­rijen


Indiendatum: 5 aug. 2024

Den Bosch, 5 augustus 2024

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: erkenning en maatregelen geuroverlast veehouderijen

Geacht college,

Afgelopen donderdag 1 augustus publiceerde Dtv een artikel[1] waarin naar voren komt dat gemeenten vrijwel niets doen met de door de GGD reeds eerder gedeelde informatie over geuroverlast van veehouderijen. De geuroverlast is vastgesteld in een onderzoekrapport[2] uitgevoerd door Pouderoyen Tonnaer in opdracht van het ministerie van I&W. Uit de kaart van Brabant die dit onderzoeksrapport bevat blijkt dat ook in Den Bosch sprake is van (forse) geuroverlast en overschrijding van de wettelijke norm.

In het artikel van Dtv staat echter aangegeven dat de gemeente Den Bosch ontkent dat er sprake is van geuroverlast. Hiermee wordt ook gesuggereerd dat Den Bosch de Crisis- en Herstelwet en de Omgevingswet niet toepast om vergunningen aan te passen of (deels) te weigeren en veehouders tot het nemen van maatregelen te dwingen, met als doel minder geurbelasting.

Wij hebben hierover de volgende aan u:

  1. Bent u het met ons eens dat het de verantwoordelijkheid van de gemeente is om, voor zover binnen haar mogelijkheden ligt, te zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving? Indien nee, waarom niet?
  2. Bent u het met ons eens dat geuroverlast grote gevolgen kan hebben voor de gezondheid? Indien nee, waarom niet?
  3. Klopt het dat u, zoals het artikel van Dtv stelt, van mening bent dat er in Den Bosch geen sprake is van geuroverlast? Indien ja, waarom? Graag horen wij uw onderbouwing waarom het onderzoeksrapport van Pouderoyen Tonnaer onjuist is.
  4. Indien u het niet eens bent met het onderzoeksrapport voorvloeiend uit het onderzoek in opdracht van het ministerie van I&W, kunt u aangeven welke actie u hierop heeft ondernomen? Heeft u bijvoorbeeld hierover contact opgenomen met het ministerie en/of het onderzoeksbureau? Indien u dit niet heeft gedaan, waarom niet?
  5. Indien de constatering dat er sprake is van geuroverlast in Den Bosch juist is, er geen grond is voor het afwijzen van deze constatering, kunt u aangeven welke actie u gaat ondernemen t.a.v. de geuroverlast? Gaat u bijvoorbeeld de Crisis- en Herstelwet en/of de Omgevingswet hiervoor aanwenden? Indien u niet van plan bent om actie te ondernemen op de geuroverlast, kunt u aangeven waarom niet?


We kijken uit naar uw beantwoording.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen


[1] https://dtvnieuws.nl/nieuws/artikel/gemeenten-doen-vrijwel-niets-aan-geuroverlast-in-regio-wachten-beleid-nieuwe-kabinet-af

[2] https://open.overheid.nl/documenten/dpc-2dc11ead05e634efa19ebcf080ffc7c24ed824b8/pdf

Indiendatum: 5 aug. 2024
Antwoorddatum: 24 sep. 2024

Geachte mevrouw Samshuijzen,

In uw brief van 5 augustus 2024 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over: Erkenning en maatregelen geuroverlast veehouderijen Op deze vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:

Vraag 1:

Bent u het met ons eens dat het de verantwoordelijkheid van de gemeente is om, voor zover binnen haar mogelijkheden ligt, te zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja, als het gaat om bevoegdheden van de gemeente zijn we het ermee eens.

Vraag 2:

Bent u het met ons eens dat geuroverlast grote gevolgen kan hebben voor de gezondheid? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja, wij zijn het met u eens dat geuroverlast de gezondheid kan beïnvloeden.

Vraag 3:

Klopt het dat u, zoals het artikel van Dtv stelt, van mening bent dat er in Den Bosch geen sprake is van geuroverlast? Indien ja, waarom? Graag horen wij uw onderbouwing waarom het onderzoeksrapport van Pouderoyen Tonnaer onjuist is.

Antwoord:

Uiteraard komt er geur vrij bij veeteelt, ook in onze gemeente. Daar kan een omwonende last van hebben, ook als er geen geurnorm wordt overschreden.

De normen die hiervoor gelden zijn voor onze gemeente vastgelegd in de Verordening geurhinder en veehouderij en voor de provincie in de omgevingsverordening.

Wij krijgen slechts zeer incidenteel klachten over geuroverlast. Maar in die situatie wordt de geurnorm niet overschreden. Dit verklaart onze reactie op het onderzoeksrapport. Daarmee willen wij niet zeggen dat het rapport onjuist is.

Vraag 4:

Indien u het niet eens bent met het onderzoeksrapport voorvloeiend uit het onderzoek in opdracht van het ministerie van I&W, kunt u aangeven welke actie u hierop heeft ondernomen? Heeft u bijvoorbeeld hierover contact opgenomen met het ministerie en/of het onderzoeksbureau? Indien u dit niet heeft gedaan, waarom niet?

Antwoord:

Wij stellen de uitkomsten van het rapport niet ter discussie. Zie ook het antwoord op vraag 3.

Vraag 5:

Indien de constatering dat er sprake is van geuroverlast in Den Bosch juist is, er geen grond is voor het afwijzen van deze constatering, kunt u aangeven welke actie u gaat ondernemen t.a.v. de geuroverlast? Gaat u bijvoorbeeld de Crisis- en Herstelwet en/of de Omgevingswet hiervoor aanwenden? Indien u niet van plan bent om actie te ondernemen op de geuroverlast, kunt u aangeven waarom niet?

Antwoord:

Op dit moment is er geen concrete aanleiding om actie te ondernemen in onze

gemeente. Op het moment dat er aanleiding is om de geurbelasting nader te beoordelen, zullen wij dit vanzelfsprekend doen.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch,

De gemeentesecretaris,

drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

drs. J.M.L.N. Mikkers



Interessant voor jou

Schriftelijke vragen padden uit de put; beschermende maatregelen voor amfibieën

Lees verder

Schriftelijke vragen werk met werk maken, werk aan een groene, rolstoelvriendelijke binnenstad

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer