Bespreek­no­titie: aanvul­lende duur­zaam­heids­maat­re­gelen bij nieuwbouw


17 april 2023

Bespreeknotitie aanvullende duurzaamheidsmaatregelen bij nieuwbouw

Commissie bedrijvigheid d.d. 17 april 2023

Aanleiding

Aanleiding van deze bespreeknotitie is een actueel en terugkomend thema ten aanzien van de nieuwbouw van huizen in onze gemeente: duurzaamheid. De fracties van de Partij voor de Dieren, GroenLinks en De Bossche Groenen lopen er herhaaldelijk in bestemmingspannen tegenaan dat op de duurzaamheid van de nieuwbouw niet hoger wordt ingezet dan het wettelijk minimum volgens het Bouwbesluit en de MPG-norm. Op het moment dat het plan dan bij de raad ligt is hier in praktijk eigenlijk niets meer aan te veranderen. Een gemiste kans vinden wij, zeker omdat duurzaamheid hoog in vaandel staat van onze gemeente en het bestuursakkoord ook aangeeft dat we klimaatverandering zo veel mogelijk moeten voorkomen en zo snel mogelijk hierop moeten handelen. Want hoe langer we wachten, hoe groter de negatieve gevolgen voor ons worden. Bovendien biedt het duurzaam bouwen en duurzame woningen bouwen ook een kans voor nieuw ondernemerschap.

Wat ons betreft is het dan ook tijd om gezamenlijk en integraal dit onderwerp te bespreken. Juist omdat er zo veel huizen nodig zijn en gebouwd zullen gaan worden. Gezien de grote productie van huizen die te verwachten is, heeft dit ook een grote impact op klimaat en milieu. Door meer duurzame (hernieuwbaar en/of gerecycled) materialen te gebruiken kan een enorme reductie van CO2-uitstoot gerealiseerd worden1 en door woningen die meer energiezuinig zijn wordt de energievraag en daarmee ook de CO2-uitstoot flink verminderd. Momenteel wordt namelijk slechts 6,45%2 van de totale energievraag geboden door hernieuwbare energie. Woningen nemen 14,3%3 van de totale landelijke energievraag voor hun rekening. Een enorme kans om de energievraag te verminderen en daarmee ook de opgave van de energietransitie te verkleinen. Wat je niet verbruikt hoef je ook niet op te wekken!

Huidige situatie

Momenteel gelden er in Den Bosch geen aanvullende criteria ten aanzien van duurzaam bouwen, enkel de minimale eisen van het Bouwbesluit. Er worden in de ontwikkeling van woningen soms toezeggingen gedaan onder de noemer “zo duurzaam mogelijk”, maar concreet wordt dit niet en de uiteindelijke keuzes liggen vervolgens bij de ontwikkelaar, zonder dat de raad hier zeggenschap over heeft. In de brede zin kunnen wij lokaal ook geen aanvullende eisen stellen die ten positieve afwijken van het Bouwbesluit, dit is wettelijk niet toegestaan4.

Wat kan en mag er dan wel?

Aanvullende eisen stellen aan de (de manier van) bouwen en de duurzaamheidsmaatregelen die hierbij genomen mag formeel dus niet. Toch zijn er mogelijkheden om meer te sturen op duurzaamheid bij nieuwbouw in het geval dat de gemeente eigenaar van de grond is. Wat namelijk wel kan en mag is aanvullende afspraken maken op basis van vrijwilligheid. Hier zien wij twee mogelijkheden, welke ook gecombineerd toe te passen zijn:

  • Spreek aanvullende duurzaamheidsrichtlijnen af met de projectontwikkelaar en leg deze vast in de anterieure overeenkomst of een convenant. Dit is weliswaar niet juridisch afdwingbaar, wat i.v.m. het Bouwbesluit immers ook niet is toegestaan, wel leggen partijen op deze manier expliciet doelen en afspraken met elkaar vast, waarvan het voor alle partijen van belang is om zich hier aan te houden, ten behoeve van een goede samenwerking, zowel nu als in de toekomst. Op deze manier wordt er in Den Bosch reeds gewerkt voor het natuurinclusief bouwen.
  • Werk bij gunning van gronden met een puntensysteem voor gunning, waar projectontwikkelaars op verschillende criteria punten kunnen verdienen en waar aantoonbaar gerealiseerde doelstellingen op het gebied van duurzaamheid een flink onderdeel van is, bijvoorbeeld voor 40% van de punten meetelt in de uiteindelijke gunning. Op die manier wordt het belangrijk voor projectontwikkelaars om qua duurzaamheid beter te presteren dan het Bouwbesluit, om de gunning te winnen. Op deze manier wordt er in Amsterdam al gewerkt, wat daar tot positieve resultaten leidt5.

In bijlage 1 vindt u een (niet uitputtende) lijst van voorbeelden van aanvullende duurzaamheidscriteria die gebruikt kunnen worden

Misvattingen over duurzaam bouwen

  • Kosten: duurzaam bouwen is niet per se duurder dan niet-duurzaam bouwen6. Door andere bouwwijzen en materiaalgebruik kan duurzaam bouwen soms goedkoper zijn. Daarnaast is van belang naar welke kosten wordt gekeken. Als alleen de stichtingskosten (de grond- en bouwkosten) worden bekeken, lijkt het of duurzaam bouwen duurder is. Maar vaak zijn de kosten voor het onderhoud van een duurzaam gebouw een stuk lager. Ook worden de energie- en waterbesparende maatregelen tijdens het gebruik van de woning terugverdiend. Dit zorgt voor een lagere energie- en waterrekening. Voor de kopers of gebruikers van een woning of gebouw is dat een voordeel.
  • Onaantrekkelijk projectontwikkelaars: argumentatie die gehoord wordt tegen het stellen van stengere eisen t.a.v. duurzaamheid is dat projectontwikkelaars daardoor weg zouden lopen. Dit omdat projectontwikkelaars voor de bouw mogelijk ook meer kapitaal moeten inleggen en daardoor liever op andere plaatsen bouwen. Waar we echt niet aan voorbij moeten gaan is dat de verkoopprijzen van nieuwbouwwoningen de afgelopen jaren flink zijn gestegen en zelfs veel harder dan de bouwkosten. Begin 2022 lagen de verkoopprijzen van nieuwbouw naar schatting circa 75% hoger dan begin 2016. Materiaal- en loonkosten samen stegen “slechts” 20% en bouwkosten inclusief de winstmarge en risicokosten van de aannemer stegen met 40% in deze periode7. Grond wordt daarnaast steeds schaarser, wat juist leidt tot een meer geconcentreerde vraag naar bouwgrond, ook met extra criteria ten aanzien van duurzaamheid.

Vragen

Naar aanleiding van bovenstaande willen wij u de volgende vragen voorleggen:

  1. Bent u het met ons eens dat er een mooie kans ligt om nadere invulling te geven aan de duurzame ambities van de gemeente Den Bosch door voor grond in eigendom van de gemeente aanvullende doelen te stellen?
  2. Hoe kijkt u aan tegen een puntensysteem bij gunning van de grond?
  3. Hoe kijkt u aan tegen het vrijwillig vastleggen van aanvullende afspraken in de anterieure overeenkomst of in een convenant?
  4. Op wat voor manier heeft het uw voorkeur om invulling te geven aan aanvullende doelen voor duurzame (woning)bouw? Welke criteria en normen hebben uw voorkeur?
  5. Hoe kijkt u aan tegen de beperkingen van het Bouwbesluit en de rol van de gemeente om middels contractuele afspraken binnen het pakket van eisen toch circulaire bouw te realiseren?

Wij danken u bij voorbaat voor uw tijd en moeite en kijken uit naar uw beantwoording in de commissie.

Namens de fracties van,

Partij voor de Dieren, Eileen Samshuijzen

GroenLinks, Nicole Huijbrechts

De Bossche Groenen, Will Hoeben

1 https://www.bouwwereld.nl/bouwkennis/duurzaamheid/meer-houtbouw-nodig-co2-uitstoot-te-reduceren/

2 https://longreads.cbs.nl/hernieuwbare-energie-in-nederland-2021/

3 https://www.clo.nl/indicatoren/nl0052-energieverbruik-per-sector

4 https://www.catchlegal.nl/duurzaam-bouwen-als-verplichting-in-een-contract/

5https://www.gebouwdin.amsterdam.nl/main.asp?action=display_html_pagina&name=pagina&item_id=559&selected_balkitem_id=1113&parent_balkitem_id=816&jaar=33

6 https://rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzaam-bouwen-en-verbouwen/duurzaam-bouwen

7 https://www.transport-online.nl/site/142502/winstmarges-bouw-nemen-ondanks-duurdere-materialen-nog-nauwelijks-af/

Bijlage 1: mogelijke aanvullende duurzaamheidscriteria

Voorbeelden van aanvullende duurzaamheidscriteria die onderdeel kunnen zijn van een puntensysteem en/of een convenant zijn (niet uitputtend):

  • Maximale MPG strenger dan Bouwbesluit (later bbl) berekend volgens GPR gebouw-methodiek, grenswaarden volgens Nieuwe Normaal.

Met de MPG (MilieuPrestatie gebouwen) worden verschillende duurzaamheidsaspecten van bouwmaterialen op verschillende punten gekwantificeerd tot een getal. Hoe lager de MPG-score, hoe duurzamer het materiaalgebruik.

  • Maximum aan materiaalgebonden emissies, berekend volgens Paris Proof Protocol, grenswaarden volgens Nieuwe Normaal.

Een steeds groter deel van onze broeikasgasuitstoot zit verborgen in de productie en sloop van materialen. Door rekening te houden met de materiaalgebonden emissies kunnen deze verborgen emissies worden geminimaliseerd.

  • Maximum energiegebruik berekend volgens Paris Proof Protocol, grenswaarden volgens Nieuwe Normaal.

Hiermee kan op een kwantitatieve wijze worden beoordeeld of het energiegebruik in lijn is met het Parijs Akkoord. Deze meetmethode geeft inzicht op de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen in plaats van de methode die ten grondslag van de BENG-norm ligt. In de praktijk blijkt bij deze berekening namelijk een mismatch te zijn tussen het werkelijke energiegebruik van gebouwen en het energiegebruik dat verwacht wordt op basis van een theoretische berekening. De rekenmethode achter Paris Proof maakt het mogelijk om gebouwen eenvoudig en snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik.

  • Minimum aan Construction Based Carbon, berekend volgens Construction Stored Carbon methodiek.

Door biologische bouwmaterialen, zoals hout, toe te passen, wordt CO2 in de materialen opgeslagen waardoor de broeikasgasconcentratie in de atmosfeer lager wordt. Deze opgeslagen CO2 wordt ‘Construction Based Carbon’ genoemd.

  • Minimum massa (%) hernieuwbaar, hergebruikt en gerecycled materiaalgebruik, berekend volgens Building Circularity Index, grenswaarde volgens Nieuwe Normaal.

Dit bevordert de circulariteit en verminderd de klimaatimpact.

  • Eisen aan Losmaakbaarheid materiaalgebruik, berekend volgens Building Circularity Index, grenswaarde volgens Nieuwe Normaal.

Het los kunnen maken van materialen na de bouw bevordert hergebruik hiervan en hiermee de circulariteit en vermindert de klimaatimpact.

  • Materiaalpaspoorten opnemen in het Madaster.

Hiermee worden de toegepaste materialen gedocumenteerd waardoor ze eenvoudiger kunnen worden hergebruikt of gerecycled.

  • Eisen aan het wijk/buurt energieconcept waarbij voorwaarden worden gesteld aan afstemming van vraag en aanbod en opslag van stroom en warmte.

Netwerkcongestie is een steeds groter probleem. Ook moeten vraag en aanbod van stroom steeds beter op elkaar afgestemd worden. Wanneer er in een vroeg stadium wordt nagedacht over het energieconcept van een buurt of wijk kan het energiesysteem op een zo efficiënt mogelijke wijze worden georganiseerd.

  • Regenwaterrecuperatie

Regenwater kan worden opgevangen en gebruikt voor bijvoorbeeld toiletspoeling en buitenkraantjes. Dit bespaart water en verminderd de belasting van het riool.

Een deel van de bovenstaande voorbeelden zijn gebaseerd op de Leidraad Het Nieuwe Normaal 0.5. Deze maatregelen zijn strenger dan het Bouwbesluit/bbl, uit projectevaluaties door Cirkelstad blijkt dat deze eisen economisch en praktisch haalbaar zijn.

https://www.cirkelstad.nl/wp3/wp-content/uploads/2023/01/Leidraad-HNN-0.5-Gebouw-1.pdf


Status

Ingediend

Voor

Tegen