Bespreeknotitie eerste stappen eiwittransitie in Bosch beleid
Bespreeknotitie eerste stappen eiwittransitie in Bosch beleid
Commissie bedrijvigheid 19 juni 2023
Voor een duurzame toekomst is een verandering in ons eetpatroon nodig. Om de klimaat- en biodiversiteitscrisis het hoofd te bieden en de wereldbevolking te kunnen voeden is de transitie naar plantaardige eiwitten noodzakelijk. Door (meer) plantaardig te gaan eten worden er namelijk veel minder broeikasgassen uitgestoten, is er minder landoppervlak nodig voor de voedselproductie, vermindert de stikstofuitstoot, vermindert het watergebruik, verbetert de luchtkwaliteit, wordt het risico op zoönoses verkleind, verbetert de gezondheid van de mens en komt dit ten goede aan dierenwelzijn. Daarnaast biedt een transitie naar een grotere vraag voor plantaardige producten kansen voor nieuwe verdienmodellen voor boeren. De transitie is onvermijdelijk, door boeren en producenten hier tijdig in mee te nemen worden zij ondersteund in hun bestaanszekerheid. Nadere toelichting hierop vindt u in bijlage 1.
Wat is de eiwittransitie?
De eiwittransitie is de verschuiving van dierlijke eiwitten naar voornamelijk plantaardige. Deze transitie is nodig om onze voedselvoorziening toekomstbestendig te maken en de impact van ons voedsel op de dieren, natuur en het klimaat te verkleinen. De gemeente Den Bosch kan een belangrijke rol vervullen om deze transitie te versnellen. Beleid op versnelling van de eiwittransitie kan gericht zijn op de productie of consumptie van plantaardige eiwitten.
Door de transitie in de landbouw is er noodzaak voor nieuwe verdienmodellen voor boeren. Het vergroten van de vraag naar duurzame lokale plantaardige eiwitten kan bijdragen aan perspectief en nieuwe verdienmodellen voor agrarische ondernemers.
Uit onderzoek door Kieskompas blijkt dat bijna driekwart van de Nederlanders graag minder vlees wil eten[1]. Gemeentelijk beleid kan inwoners hierbij helpen. Gemeentelijk beleid sluit aan bij de Europese Farm-to-Fork strategie voor duurzame landbouw en oproep van de Europese Commissie voor een eiwitstrategie, het initiatiefvoorstel sluit aan bij de Nationale Eiwittransitie en het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Brabant is onderdeel van de ‘9-eiwitprovincies’ en erkent het belang van de eiwittransitie[2]. Daarnaast sluit dit inzetten op de eiwittransitie goed aan bij de Green Deal eiwitrijke gewassen van Agrifood Capital[3]. Ook zou de gemeente Den Bosch hiermee het goede en succesvolle voorbeeld volgen van andere gemeentes waar reeds actief wordt ingezet op beleid betreffende voedsel- en eiwittransitie, zoals de gemeente Groningen en Ede.
Wij zien drie sporen waarop hiermee gestart kan worden:
1. Stimuleren van een groter plantaardig voedselaanbod.
- Het goede voorbeeld geven door het principe ‘carnivoor geef het door’ (= vegetarisch en plantaardig eten wordt de standaard, vlees en vis op verzoek) te omarmen binnen de gemeentelijke organisaties.
- In de subsidievoorwaarden vanuit de gemeente Den Bosch opnemen dat het bij gesubsidieerde instellingen met eetgelegenheden dagelijks mogelijk moet zijn om een volwaardig plantaardige maaltijd te eten.
2. Inwoners en bezoekers verleiden tot het maken van plantaardige keuzes.
- Op de gemeentelijke website en via Visit Den Bosch communiceren over onze “voedselafdruk”, het plantaardig aanbod in Den Bosch en mogelijke samenwerkingsacties die hiertoe gaande zijn.
- Initiatieven zoals Meatless Monday[4] en Veganuary/The Vegan Challenge[5] communiceren op de gemeentelijke website en via Visit Den Bosch. Hierbij positief communiceren over de deelnemende organisaties, publieke instellingen en bedrijven.
- De eiwittransitie een rol geven in Samen Gezond ’s-Hertogenbosch.
3. Aanjagen van de eiwittransitie binnen het voedselsysteem door samenwerking en lobby.
- In overleggen met andere gemeentes en regionale en samenwerkingsplatforms zoals RNOB en Agrifood Capital en het voortouw nemen om tot beleid te komen ten behoeve van het geven van een impuls aan lokaal geproduceerd, plantaardig voedsel. Denk hierbij aan het platform Agrifood Captital, RNOB en de nationale City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda[6].
- Aansluiten bij The Planted Based Treaty[7].
Hierbij is het van belang om bij de invoering van bovenstaand beleid dit niet noodzakelijk breed te communiceren. Bovenstaande acties zijn immers geen op zichzelf staande maatregelen, maar sluiten aan bij de reeds bestaande ambities ten aanzien van klimaat, natuur, milieu en dierenwelzijn. Over voorgestelde acties (te) veel communiceren kan een averechtse werking hebben, zo leerden wij van dr. Lara Sibbing tijdens de hearing over de eiwittranisitie op 3 april jl.
Naar aanleiding van bovenstaand voorstel op basis van het “driesporenbeleid” hebben wij de volgende vragen aan u:
- Hoe kijkt u aan tegen de rol van de gemeente in het stimuleren van een groter plantaardig voedselaanbod?
- Welke mogelijkheden ziet u om Inwoners en bezoekers verleiden tot het maken van plantaardige keuzes?
- Hoe zou de gemeente ’s-Hertogenbosch de eiwittransitie binnen het voedselsysteem kunnen aanjagen door samenwerking en lobby?
- Welke voorgestelde actie(s) is of zijn uw favoriet?
- Heeft u aanvullende ideeën t.a.v. beleid gericht op de eiwittransitie dat u passend vindt om te integreren in de eerste stap in dit programma?
Wij danken u bij voorbaat voor uw tijd en moeite en kijken uit naar uw beantwoording in de commissie.
Namens de fracties van,
Partij voor de Dieren, Eileen Samshujzen
De Bossche Groenen, Eef van Opdorp
Volt, Marie-José Klerks
GroenLinks, Nicole Huijbrechts
Partij van de Arbeid, Stan Peters
Bijlage 1: achtergrond ecologische noodzaak, gezondheid, maatschappelijke kosten en perspectief boeren
De ecologische voetafdruk van dierlijke voeding
Met de overstap naar meer plantaardige eiwitten wordt een grote winst gehaald voor het milieu en klimaat. Uit een in het wetenschapsblad Science gepubliceerd onderzoek[8] is gebleken dat vlees en zuivelproducten een grotere impact op het milieu hebben dan plantaardige voeding. Het verschil zit vooral in de efficiëntie: vlees en zuivel leveren amper achttien procent van de calorieën en 37 procent van de eiwitten die door de mens geconsumeerd worden, maar gebruiken wel ruim 83 procent van de landbouwgrond en produceren 60 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Het minst milieubelastende vlees blijft 6 keer schadelijker voor het klimaat dan bijvoorbeeld erwten en gebruikt 36 keer meer landoppervlakte. Toch eten we nog massaal vlees en zuivel en houden we in Nederland miljoenen dieren voor handel met het buitenland[9]. In een recent IPCC-rapport wordt - naast klimaatmaatregelen aan de productiezijde -expliciet nadruk gelegd op de noodzaak voor klimaatmitigatie aan de vraagzijde. Onder andere de verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten wordt hierbij benadrukt[10]. Winst voor klimaat- en milieu wordt op veel verschillende vlakken behaald:
- Broeikasgassen: de huidige landbouw is met 26% wereldwijd een belangrijke veroorzaker van broeikasgassen[11], als er niks veranderd zal landbouw zelfs het volledige koolstofbudget voor 1,5°C en 2,0°C opmaken[12]. De EU Rekenkamer stelt: in Nederland zorgt vlees voor 53% van de CO2 van al het voedsel; vlees en zuivel samen ca. 80%[13]. Het verschil in uitstoot van broeikasgassen tussen dierlijke producten en plantaardige producten is nader inzichtelijk in bijlage 1.
- Landgebruik: de vee-industrie neemt 71,9% van de totale landbouwgrond in Nederland in beslag. Dit is betekent dat 47,9% van het totale Nederlandse landoppervlak wordt gebruikt voor de vee-industrie. Dit terwijl ruimte schaars is en we ruimte nodig hebben voor natuur en woningbouw. Veehouderij komt echter niet enkel ten lasten van grondgebruik in Nederland. Landbouw is namelijk de grootste drijver van ontbossing[14]. Dit komt doordat er hele oerwouden worden gekapt om veevoer (en palmolie) te verbouwen. Door de verschuiving naar plantaardige eiwitten kan zelfs tot zelfs 75% verminderd worden[15].
- Watergebruik: de productie van een kilo rundvlees kost al snel 15.000 liter water. De productie van vlees (en alle andere dierlijke eiwitten) kost heel veel water, het onderzoek van Mekonnen en Hoekstra (2012) trekt de volgende conclusie:
De watervoetafdruk van elk dierlijk product is groter dan de watervoetafdruk van plantaardige producten met gelijkwaardige voedingswaarde. (…) Het beperken van de vraag naar dierlijke producten door het bevorderen van een voedingspatroon met minder vlees zal een onvermijdelijk onderdeel zijn van het milieubeleid van overheden. In landen waar de consumptie van dierlijke producten nog steeds snel stijgend is, moet men kritisch kijken naar hoe deze groeiende vraag kan worden gematigd.
Een overzicht van de watervraag van verschillende producten.
.
- Stikstof: de Nederlandse stikstof is voor 46% afkomstig uit de landbouwsector (in de vorm van ammoniak). 32% komt uit het buitenland en de rest is afkomstig van wegverkeer, huishoudens, scheep- en luchtvaart en kleinere bronnen. Van de stikstofdepositie die in Nederland uitgestoten wordt, is dus 65% afkomstig uit de landbouw[16]. Deze ammoniakuitstoot is voornamelijk afkomstig uit de veehouderij[17]. De depositie van stikstofoxiden en ammoniak zorgt ervoor dat de bodem rijk wordt aan voedingsstoffen. Dat is vooral in natuurgebieden een probleem. Zeldzame planten die het juist goed doen op voedselarme grond, verdwijnen daardoor. Zo verdringen de brandnetels bijvoorbeeld de orchideeën. Daarmee verdwijnen ook dieren die van die zeldzame planten leven. Het aantal verschillende soorten planten en dieren neemt hierdoor af, dat wil zeggen een vermindering van de biodiversiteit[18].
- Gezonde oceanen: ook het vangen en kweken van vis heeft een grote impact op het milieu en de biodiversiteit. Het vangen van vis is de grootste bedreiging van de biodiversiteit in de oceaan. Een derde van de vissoorten wordt overbevist en 60% bevindt zich op een kritieke grens van overbevissing[19]. Het kweken van vis in open water zorgt voor milieuschade door het gebruik van antibiotica, voer, mest en chemicaliën. Ook worden de gekweekte vissen vaak gevoerd met gevangen vissen, die daardoor weer overbevist raken[20]. Bovendien zorgt stikstof, dat als gevolg van de industriële landbouw in het grondwater terecht komt en via de rivieren doorstroomt naar de oceaan, ervoor dat er dode zones ontstaan: hele gebieden waar geen plant of dier meer kan leven[21].
Gezondheid
- Welvaartsziekten: Het gaat bij een gezond dieet om volwaardige voeding met de nodige voedingsstoffen. Deze keuze is echter lang niet zo makkelijk gemaakt, want we zien overal om ons heen goedkoop, bewerkt en voedingsstoffenarm voedsel wat de basis vormt van een hoop gezondheidsproblemen. Bovendien is het belangrijk te noemen dat plantaardig voedsel ook bewerkt, voedingsstoffenarm en daarmee ongezond kan zijn. Denk aan wit brood of frisdrank. Maar minder vlees en zuivel eten en méér volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit en plantaardige vleesvervangers zorgt voor een lager risico op hart- en vaatziekten[22]. Eten van veel rood vlees (100-120 gram/dag) hangt bijvoorbeeld samen met: 10% hoger risico op beroerte en 10% hoger risico op darmkanker, 15% hoger risico op diabetes type 2 en 20% hoger risico op longkanker[23].
Veganisten hebben minder vaak last van diabetes type 2[24], en ook patiënten met diabetes type 1 hebben baat bij een veganistisch og vegetarisch dieet[25]. Het eten van rood vlees en bewerkt vlees wordt door de WHO beschouwd als waarschijnlijk kankerverwekkend[26]. Ook het Voedingscentrum[27] en het RIVM[28] besteden de laatste jaren steeds meer aandacht aan veganisme en roept op tot een plantaardiger dieet.
Onderzoek toont aan dat een hoge consumptie van zuivel de kans op vroegtijdige sterfte verhoogt. Een extra glas melk per dag zou het risico op vroegtijdige sterfte met 15 procent bij vrouwen en met 3 procent bij mannen kunnen verhogen[29]. Melkconsumptie leidt bovendien tot een drastisch verhoogd risico op Parkinson [30]en prostaatkanker[31]. Sojamelk en andere sojaproducten, bieden daarentegen een overtuigende beschermende werking tegen borstkanker[32].
- Luchtkwaliteit: de luchtkwalitieit in Nederland is slecht[33], in Brabant nog slechter dan in veel andere delen van het land. Inademing van vervuilde lucht leidt tot ontstekingsreacties van de slijmvliezen in de luchtwegen en de longen. Afhankelijk van de duur van de blootstelling kunnen die ontstekingsreacties veroorzaken: een daling van de longfunctie, een toename van de luchtwegreactiviteit, allergische reacties, luchtwegklachten (vooral bij astmapatiënten), een verhoogde vatbaarheid voor luchtweg- en longinfecties en de ontwikkeling van astma (bij langdurige blootstelling). Ook leidt de inademing van luchtverontreiniging tot een verhoging van reactieve zuurstofradicalen, die niet alleen schade kunnen aanrichten aan het longweefsel, maar ook aan hart en bloedvaten en andere organen. Reactieve zuurstofrdicalen dragen bij aan biologische veroudering en vergroten. de kans op ziekte(progressie).
De veehouderij levert een grote bijdrage aan deze slechte luchtkwaliteit. Al in 2018 adviseerde de Gezondheidsraad om o.a. prioriteit te geven aan het aanpakken van de uitstoot van ammoniak vanuit de veehouderij. De gezondheidsraad geeft aan dat op die manier kan de ‘deken’ van luchtverontreiniging boven heel Nederland worden verminderd en dat een generieke aanpak, in heel Nederland o.a. door de uitstoot van ammoniak vanuit de veehouderij flink verminderen, naar verwachting de meeste gezondheidswinst oplevert voor de gehele Nederlandse bevolking.
- Zoönoses[34]: zoönoses zijn ziektes die van dieren op mensen overgaan en vice versa. Voorbeelden hier van Q-koorts, SARS, MERS, Corona, BSE (gekkekoeienziekte), de Mexicaanse griep, HIV, Ebola, etc. 75% van de infectieziekten bij mensen zijn van origine afkomstig van dieren. De veehouderij speelt hier een grote rol in. In de veehouderij kunnen ziektes snel ontstaan, verspreiden en muteren. Het immuunsysteem van dieren in de (intensieve) veehouderij is slecht door de omstandigheden waarin zij leven en getransporteerd worden, een ongezonde omgeving waarin ze ook met veel dieren bij elkaar leven, en door de veelal identieke genetische codes van de dieren. Door de interactie tussen mensen en dieren in de veehouderij worden ziektes binnengebracht en ook weer meergenomen, wat de kans op zoönoses aanzienelijk vergroot. Onderzoek wijst uit dat mutaties naar hoog pathogenen virussen, die leiden tot het ontstaan van zoönoses, het meest voorkomen op locaties waar een grote “dierdichtheid” is en waar dieren genetisch identiek zijn.
De manier waarop we met dieren omgaan vormt dus een groot risico. Nederland heeft de twijfelachtige eer het meest veedichte land ter wereld te zijn. De grote stallen met duizenden dieren dicht op elkaar vormen een ware snelkookpan voor virusmutaties. Wat de impact van zo’n virus kan zijn liet de corona-uitbraak zien, die zich vanuit China van mens tot mens over de hele wereld verspreidde. De twee grote Europese uitbraken van zoönosen vonden allebei plaats in Nederland: de vogelgriep in 2003, en de Q-koorts tussen 2007 en 2010 waarbij omwonenden van geitenstallen overleden of ernstig chronisch ziek werden.
Maatschappelijke kosten vleesconsumptie en -productie[35]
De huidige productie en consumptie van dierlijke producten brengt zeer grote (maatschappelijke) mee. Committed to the Environment Delft (CE Delft) bepaalde in 2018 de werkelijke prijs van vlees, door de kosten voor klimaat-, milieu- natuur en volksgezondheid (bijvoorbeeld door dierziekten) bij de verkoopprijs op te tellen. De onderzoekers concludeerden dat als al deze kosten zouden worden meegenomen in de prijs en er geen subsidies worden verstrekt, de prijs van een stukje varkensvlees 53 procent boven de huidige supermarktprijs zou komen te liggen. Voor rundvlees is de echte prijs 40 procent hoger, en voor kippenvlees 26 procent. Vooral gezondheidsschade en verslechtering van luchtkwaliteit door ammoniak worden als grote kostenposten genoemd. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van de Nederlandse vleesconsumptie inclusief subsidies schat CE Delft op 4,49 miljard euro . In de studie wordt erkend dat dit een conservatieve schatting betreft omdat enkele, in 65 theorie, belangrijke effecten niet zijn gekwantificeerd, zoals effecten op dierenwelzijn, antibiotica-resistentie en geurhinder.
Het Planbureau voor de Leefomgeving komt uit op circa € 6,5 miljard aan milieukosten van de hele landbouwsector per jaar (met een marge van 1 miljard extra kosten bij hogere klimaatschade om onder de 2 graden temperatuurstijging te kunnen blijven. Om onder de 1,5 graden te blijven worden de kosten nog hoger). Het grootste deel van deze schade, zo’n € 4,75 miljard, wordt veroorzaakt door de veehouderij door de uitstoot van ammoniak, methaan en lachgas. Het Planbureau schat de totale jaarlijkse milieukosten van stikstofoxiden (NOx) op € 12,3 miljard en van ammoniak (NH3) op € 3,9 miljard. 66 De studies van CE Delft en het PBL hebben een verschillende insteek en daarom een ander resultaat. De Nederlandse vleesconsumptie is niet hetzelfde als de Nederlandse productie van vlees. Verder is de melkveehouderij (of zuivel) geen onderdeel van de analyse van CE Delft, terwijl dit wel de belangrijkste bron van ammoniak is, en ammoniak de grootste kostenpost in de analyse is. Tevens rekent CE landbouwsubsidies mee als maatschappelijke kosten, het Planbureau niet.
Investeren in het aanjagen van de eiwittransitie is financieel dan ook verstandig, gezien de grote en voorslepende kosten van de huidige productie van dierlijke voedingsmiddelen.
Eiwittransitie biedt perspectief en nieuwe verdienmodellen boeren
Om natuurgebieden te beschermen en ecologische achteruitgang te stoppen wordt nationaal gestuurd op het terugdringen van stikstofuitstoot, een belangrijk onderdeel hiervan is het terugdringen van het aantal landbouwhuisdieren in Nederland[36]. Er is in de agrarische sector veel behoefte aan perspectief voor nieuwe verdienmodellen, zoals de teelt van plantaardige eiwitten[37]. Een belangrijke barrière voor een duurzaam groot aandeel vlinderbloemigen (eiwitrijke gewassen) in het bouwplan is de grote concurrentie van goedkope import van eiwitten als grondstoffen voor veevoeders en producten voor humane consumptie. Door de lage grondstoffenprijs van import-soja is het ingewikkeld voor Nederlandse agrarische ondernemers om een goed verdienmodel te ontwikkelen. Dit geldt echter in veel mindere mate voor de biologische akkerbouw. In het Nationale Eiwitstrategie wordt als oplossing gewezen op het extra onder de aandacht brengen van deze duurzame eiwitten bij consumenten[38]. Dit sluit ook goed aan bij de Green Deal Eiwitrijke gewassen van Agrifood Capital[39].
[1] https://proveg.com/nl/wp-content/uploads/sites/6/2022/02/Wat-vindt-Nederland-van-de-Eiwittransitie_1_De-Toekomst-van-de-Veehouderij.pdf
[2] https://www.brabant.nl/onderwerpen/landbouw-en-voedsel/voedselsysteem/eiwittransitie
[3] https://www.agrifoodcapital.nl/nl/nieuws/green-deal-eiwitrijke-gewassen-gelanceerd/
[4] https://www.mondaycampaigns.org/meatless-monday
[5] https://veganuary.com/ & https://veganchallenge.nl/
[6] https://citydealvoedsel.nl/
[7] https://plantbasedtreaty.org/the-pbt/
[8] https://josephpoore.com/Science%20360%206392%20987%20-%20Accepted%20Manuscript.pdf
[9] https://www.melkvee.nl/artikel/233165-recordwaarde-export-nederlandse-landbouwgoederen-in-2019/
[10] https://report.ipcc.ch/ar6wg3/pdf/IPCC_AR6_WGIII_FinalDraft_TechnicalSummary.pdf
[11] https://ourworldindata.org/food-ghg-emissions
[12] https://ourworldindata.org/food-emissions-carbon-budget
[13] https://www.eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/SR21_16/SR_CAP-and-Climate_EN.pdf [figuur TS21]
[14] https://www.fao.org/newsroom/detail/cop26-agricultural-expansion-drives-almost-90-percent-of-global-deforestation/en
[15] https://ourworldindata.org/land-use-diets
[16] https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/2019/10/8b08dfcd-factsheet-stikstof-boerenprotesten.pdf
[17] https://www.rivm.nl/stikstof/ammoniak
[18] https://www.rivm.nl/stikstof
[19] https://www.nrdc.org/experts/lauren-kubiak/marine-biodiversity-dangerous-decline-finds-new-report
[20] https://www.milieucentraal.nl/eten-en-drinken/milieubewust-eten/vlees-vis-of-vega/
[21] https://www.unep.org/explore-topics/oceans-seas/what-we-do/addressing-land-based-pollution/global-partnership-nutrient-0
[22] https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/gezonde-voeding-en-voedingsstoffen/is-vegetarisch-of-veganistisch-eten-gezonder-en-beter-voor-het-milieu.aspx
[23]https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/gezonde-voeding-en-voedingsstoffen/waarom-is-minder-vlees-eten-beter-voor-gezondheid-en-milieu.aspx
[24] https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/eten-met-diabetes/veganistisch-eten-met-diabetes
[25] https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/eten-met-diabetes/vegetarisch-eten-om-diabetes-type-2-te-voorkomen
[26] https://www.kwf.nl/standpunten/rood-bewerkt-vlees-en-kanker
[27] https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/gezonde-voeding-en-voedingsstoffen/waarom-is-minder-vlees-eten-beter-voor-gezondheid-en-milieu.aspx
[28] https://www.ad.nl/gezond/rivm-verleid-jongeren-tot-minder-vlees-eten-door-kleinere-porties-en-goedkopere-alternatieven~a4844d33/
[29] Michaëlsson, Karl, et al. "Milk intake and risk of mortality and fractures in women and men: cohort studies." Bmj 349 (2014): g6015
[30] Chen, Honglei, et al. "Consumption of dairy products and risk of Parkinson's disease." American journal of epidemiology 165.9 (2007): 998-1006. & Kyrozis, Andreas, et al. "Dietary and lifestyle variables in relation to incidence of Parkinson’s disease in Greece." European journal of epidemiology 28.1 (2013) 67-77 & Jiang, Wenjie, et al. "Dairy foods intake and risk of Parkinson’s disease: a dose–response meta-analysis of prospective cohort studies." (2014): 613-619 & Arguin, Hélene, et al. "Impact of adopting a vegan diet or an olestra supplementation on plasma organochlorine concentrations: results from two pilot studies." British journal of nutrition 103.10 (2010): 1433-1441
[31] Downer, Mary K., et al. "Dairy intake in relation to prostate cancer survival." International journal of cancer 140.9 (2017): 2060-2069 & Lu, Wei, et al. "Dairy products intake and cancer mortality risk: a meta-analysis of 11 population-based cohort studies." Nutrition journal 15.1 (2016): 91) & Qin, Li-Qiang, et al. "Milk consumption is a risk factor for prostate cancer: meta-analysis of case-control studies." Nutrition and cancer 48.1 (2004): 22-27 & Qin, Li-Qiang, et al. "Milk consumption is a risk factor for prostate cancer in Western countries: evidence from cohort studies." Asia Pacific journal of clinical nutrition 16.3 (2007) & Aune, Dagfinn, et al. "Dairy products, calcium, and prostate cancer risk: a systematic review and meta-analysis of cohort studies." The American journal of clinical nutrition 101.1 (2015): 87-117.
[32] Shu, Xiao Ou, et al. "Soy food intake and breast cancer survival." Jama 302.22 (2009): 2437-2443 & Chi, Feng, et al. "Post-diagnosis soy food intake and breast cancer survival: a meta-analysis of cohort studies." Asian Pacific Journal of Cancer Prevention 14.4 (2013): 2407-2412
[33] https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2018/01/23/gezondheidswinst-door-schonere-lucht
[34] https://ris.utwente.nl/ws/portalfiles/portal/277834984/Stel_2022_Accuracy_of_risk_perception_of_zoon.pdf
[35] https://ce.nl/wp-content/uploads/2021/03/CE_Delft_7N81_De_echte_prijs_van_vlees_DEF.pdf & https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/2020/01/79743ce6-betaalbaar-beter-boeren.pdf
[36] https://open.overheid.nl/repository/ronl-957152a40e305ec279cee2f0104e86013339b9c1/1/pdf/startnotitie-nplg-10-juni-2022.pdf
[37] https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/11/19/twentse-melkveehouders-zetten-in-op-sojadrink
[38] https://open.overheid.nl/repository/ronl-6ea7577b-85a6-425a-9dad-b9b9cf695495/1/pdf/20298471.bijlage.pdf
[39] https://www.agrifoodcapital.nl/nl/nieuws/green-deal-eiwitrijke-gewassen-gelanceerd/
Status
Ingediend
Voor
Tegen
Wij staan voor:
Lees onze andere moties
Motie: de vervuiler betaalt, de vergroener niet
Lees verderBespreeknotitie: dierenparkjes, kinderboerderijen en dierenwelzijn
Lees verder