Bespreeknotitie: dierenparkjes, kinderboerderijen en dierenwelzijn
Bespreeknotitie: dierenparkjes, kinderboerderijen en dierenwelzijn
Commissie sociaal, 21 juni 2023
Aanleiding
Naar aanleiding van de raadsinformatiebrief d.d. 26 december 2022 betreffende het gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid gaan wij graag met u in gesprek aangaande verschillende onderwerpen over het dierenwelzijn. De raadsinformatiebrief waarin op verzoek van de Partij voor de Dieren het actuele beleid en de voortgang daarvan in kaart is gebracht is wat voor ons als indiener betreft een goed startpunt om met elkaar het gesprek te vervolgen over dierenwelzijn en dit beleid te actualiseren. Het initiatiefvoorstel dierenwelzijn uit 2017 geeft ook aan “Met dit initiatiefvoorstel willen wij hun (red. andere gemeentes die op dat moment reeds een dierenwelzijnsnota hadden) goede voorbeeld volgen door een eerste aanzet te geven tot een integraal en transparant gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid voor ’s-Hertogenbosch.”. Inmiddels zijn we zes jaar verder, na zes jaar verdient beleid het om opnieuw kritisch tegen het licht gehouden te worden en af te wegen waar andere keuzes en accenten gelegd kunnen worden in lijn met de huidige inzichten. Graag nemen we u inhoudelijk mee in de verschillende thema’s binnen het brede thema dierenwelzijn. Als eerst gaan wij graag met u in gesprek over het beleid ten aanzien van dierenparkjes en kinderboerderijen.
Kinderboerderijen en dierenparkjes in het huidige dierenwelzijnsbeleid
In het huidige dierenwelzijnsbeleid en ook in raadsinformatiebrief d.d. 26 december 2022 wordt de nadruk gelegd op de financiën van de kinderboerderijen en dierenparkjes. Er wordt niet zozeer gesproken over de manier waarop dierenwelzijn wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld welke uitgangspunten er zouden moeten gelden om te spreken van een diervriendelijke kinderboerderij of dierenparkje.
Kinderboerderij en dierenparkjes hebben een belangrijke educatieve functie met betrekking tot dierenwelzijn. Kinderen kunnen er kennismaken met dieren, meer over hen te weten komen en er leren hoe ze met dieren om behoren te gaan. Kinderen kunnen hierdoor leren om op een respectvolle manier met dieren om te gaan. Kinderboerderijen en dierenparkjes moeten dan ook het goede voorbeeld geven, de juiste informatie verstrekken en toezicht houden op hoe de kinderen met de dieren om gaan.
Knelpunten ten aanzien van dierenwelzijn
Primair zien wij een grote verbeter mogelijkheid ten aan zien van het fokbeleid. Bij bijna elk nestje zitten mannelijke dieren die vaak niet geplaatst kunnen worden en naar de handel en de slacht gaan. Hetzelfde geldt voor vrouwelijke dieren waarvan er simpelweg te veel zijn om te kunnen plaatsen. Jonge dieren zijn leuk voor bezoekers, op langere termijn hebben kinderboerderijen en dierenparkjes echter niet de mogelijkheid om alle dieren te houden. Het fokken met dieren is dan ook geen diervriendelijke oplossingen om de populatie op de kinderboerderij of het dierenparkje te onderhouden.
Er zijn veel dieren die een ‘huis’ zoeken. Als er plek is voor een nieuw dier in de groep, dan is de diervriendelijke oplossing om te zoeken naar een dier dat op zoek is naar een huis, bijvoorbeeld bij een opvangplek. Om te voorkomen dat er dieren geboren worden op kinderboerderijen en dierenparkjes moeten mannelijke dieren gecastreerd worden. In het huidige beleid wordt er wel met dieren gefokt. Er wordt dusdanig veel met de dieren gefokt dat er de afgelopen jaren enkel op de gemeentelijke dierenparkjes (zes dierenparkjes in totaal, van de dierenparkjes en kinderboerderijen niet in gemeentelijk beheer zijn geen stallijsten beschikbaar) de volgende aantallen dieren naar de handelaar/het slachthuis zijn gegaan (cijfers gebaseerd op de stallijsten):
Geiten |
|||||
Slacht |
Voor slacht overleden |
Afvoer naar bedrijfsmatige houderij waar slacht mogelijk is |
Export |
Vermist |
|
2018 |
17 |
1 |
|||
2019 |
19 |
3 |
1 |
||
2020 |
11 |
||||
2021 |
17 |
||||
2022 tm maart 2023 |
17 |
4 |
|||
Totaal |
81 |
1 |
3 |
4 |
1 |
Schapen |
|||||
Slacht |
Voor slacht overleden |
Afvoer naar bedrijfsmatige houderij waar slacht mogelijk is |
Export |
Vermist |
|
2018 |
21 |
||||
2019 |
2 |
5 |
|||
2020 |
10 |
5 |
|||
2021 |
7 |
4 |
|||
2022 tm maart 2023 |
7 |
12 |
|||
Totaal |
47 |
0 |
26 |
0 |
0 |
NB: geconstateerd wordt dat ook wanneer dieren herplaatst worden vanuit een dierenparkje naar een andere Bossche kinderboerderij, dat sommige van deze dieren niet veel later in het slachthuis kunnen belanden.
Naast dat dieren beleidsmatig overdadig worden gefokt en daardoor is grote aantallen verdwijnen in het slachthuis en/of de bedrijfsmatige houderij zijn er ook andere punten van aandacht. Kinderboerderijen en dierenparkjes worden gerund door vrijwilligers die dit met goede intenties doen. Het risico bestaat echter dat niet alle kennis aanwezig is ten aanzien van afwegingen omwille van dierenwelzijn. Geen onwil, maar onwetendheid. Daarom is het des te belangrijker om als gemeente duidelijkheid te verschaffen over hoe wij samen met alle vrijwilligers dierenwelzijn zo goed mogelijk borgen. Het kinderboerderijenbesluit1 (zie ook bijlage 1) biedt goede en duidelijke richtlijnen over waar een kinderboerderij of dierenparkje aan zou moeten voldoen om een diervriendelijke kinderboerderij of diervriendelijk dierenparkje te zijn. Dit besluit wordt door vele dierenwelzijnsorganisaties ondersteund. Voorbeelden van knelpunten in praktijk geconstateerd waarop niet wordt voorzien in het huidige beleid van de kinderboerderijen en dierenparkjes, afgewogen tegen het kinderboerderijenbesluit, zijn als volgt:
- Huisvesting zonder soortgenoten: groeps- en kuddedieren moeten in groepen of tenminste in koppels gehouden worden. Geconstateerd wordt dat niet altijd het geval is.
- Ontbreken van beschutting: dieren moeten altijd de mogelijkheid hebben om beschutting (schuilstal) op te zoeken tegen zon, regen en wind. Ook is natuurlijke beschutting in de vorm van bosjes en struiken die voor schaduw zorgen op warme dagen van levensbelang. Geconstateerd wordt dat dit niet overal voor alle dieren aanwezig is.
- Dieren die niet thuishoren op een kinderboerderij: sommige dieren horen beslist niet op een kinderboerderij thuis, alleen al vanwege de slechte voorbeeldfunctie, maar ook omdat dit dieren zijn die ongeschikt zijn om in gevangenschap te leven omdat hun welzijn als ze gehouden worden op een kinderboerderij ernstig wordt aangetast. Voorbeelden van dit soort dieren zijn exoten zoals de kangoeroe, kameel, lama, struisvogel en tropische vissen; nachtdieren zoals de chinchilla en vleermuis; roofvogels zoals de uil en valk; roofdieren zoals de vos, wasbeer, fret, marter en bunzing; reptielen zoals de schildpad, slang en salamander. Geconstateerd is dat er op (verschillende) kinderboerderijen en dierenparkjes dieren verblijven die niet op een kinderboerderij thuishoren, namelijk emoes, kangoeroes, eekhoorns, herten en schildpadden.
- Gezamenlijke huisvesting cavia’s & konijnen: cavia’s en konijnen moet met soortgenoten gehuisvest worden. Konijnen en cavia’s moeten niet samen gehuisvest worden. Konijnen en cavia’s hebben namelijk verschillende voerbehoeftes, ze communiceren beide anders en konijnen kunnen als ze schrikken of springen met hun sterke achterpoten een cavia flink verwonden. Op veel locaties wordt echter geconstateerd dat konijnen en cavia’s wel samen gehuisvest zijn.
- Inrichting en omvang van verblijven: dierenverblijven moeten zo worden ingericht dat het dier soorteigen natuurlijk gedrag kan vertonen (mogelijkheid tot wroeten, modderbad, graven, klimmen, zandbak, zitstokken, zonnebad en waterbad). Wettelijke maten moeten geen leidraad zijn: dit zijn minimummaten en niet geschikt voor een 24-uurs leefomgeving. Er dient bij de huisvesting gekeken te worden naar de werkelijke soorteigen behoeften van het dier. Op verschillende kinderboerderijen en dierenparkjes hebben watervogels bijvoorbeeld geen toegang tot een vijver van minimaal 10 vierkante meter, de minimumeis vanuit het kinderboerderijenbesluit, bedoeld om watervogels hun natuurlijke gedrag te kunnen laten vertonen. In sommige gevallen is dit verklaarbaar door de huidige ophokplicht (i.v.m. vogelgriep), in andere gevallen zijn de juiste voorziening ongeacht de ophokplicht niet aanwezig. Watervogels hebben water nodig, voor kippen zijn vijvers echter gevaarlijk, kippen kunnen niet zwemmen en kunnen in het water verdrinken.
- Omgang publiek met dieren: bij benadering van een dier door een mens moet rekening gehouden worden met de aard van het dier. Een dier kan de neiging hebben om te vluchten, omdat het conform het soorteigen gedrag de neiging heeft de mens te zien als een predator. Bij de dierverblijven zou informatie beschikbaar moeten zijn over de natuurlijke leefomstandigheden van het dier, waarbij wordt uitgelegd dat een dier bijvoorbeeld een prooidier is en waarom deze dieren het eng vinden om opgepakt te worden. Dit zorgt voor meer begrip en kennis bij bezoekers. Op dit moment worden dieren op basis van hun uiterlijk al snel gekwalificeerd als aai- en knuffelbaar, ook wanneer dit niet in het natuurlijk gedrag van het dier past.
De genoemde constateringen komen voort uit bezichtiging van alle kinderboerderijen en dierenparkjes en een rondvraag aan alle kinderboerderijen en dierenparkjes. Hierbij vinden wij het van belang om in deze notitie niet te benoemen welke constateringen er gedaan zijn op welke locatie. Dit is voor ons namelijk op dit moment niet van belang. Voor ons is evident dat de vrijwilligers die de kinderboerderijen en dierenparkjes beheren dit vanuit goede bedoelingen doen en het is voor ons dan ook niet van toegevoegde waarde om te benoemen op welke locatie er nog niet volledig in lijn met het kinderboerderijenbesluit wordt gehandeld. Van belang zijn de constateringen als voorbeelden van noodzaak voor duidelijkheid over de richtlijnen van dierenwelzijn op kinderboerderijen en dierenparkjes en de wenselijke, beoogde situatie die wij als raad ambiëren.
Rol en invloed van gemeente
Het kinderboerderijenbesluit stelt heldere richtlijnen waarmee het dierenwelzijn gewaarborgd wordt. Door deze richtlijnen te hanteren worden handvatten geboden aan kinderboerderijen en dierenparkjes, is het dierenwelzijn gewaarborgd en wordt de kracht van kinderboerderijen en dierenparkjes, de educatieve waarde, maximaal benut. Voor ons is het dan ook evident dat het streven zou moeten zijn dat alle kinderboerderijen en dierenparkjes in onze gemeente de richtlijnen van het kinderboerderijenbesluit volgen en gecertificeerd worden als diervriendelijke kinderboerderij.
Zes van de twaalf dierenparkjes zijn in beheer van de gemeente. Daarnaast zijn er drie kinderboerderijen in beheer van stichtingen. De grond en (gedeeltelijk) de gebouwen zijn in eigendom van de gemeente en twee van deze kinderboerderijen zijn op grond van een beheerovereenkomst in bruikleen gegeven aan de stichtingen. Voor één van deze drie kinderboerderijen geldt een afwijkende subsidieregeling, omdat deze kinderboerderijen geen gebruik maakt van grond en/of gebouwen van de gemeente. Er zijn twee kinderboerderijen in volledig particulier eigendom en beheer. Een gemeentelijk dierenverzorger heeft een adviserende functie ten aanzien van de dierenparkjes en kinderboerderijen die niet in beheer van de gemeente zijn of die op grond van de gemeente staan. Ten aanzien van de dierenparkjes die gemeentelijk beheer zijn heeft de gemeentelijk dierenverzorger een adviserende en uitvoerende functie. De gemeentelijke dierenparkjes en dierenparkjes en kinderboerderijen onder het beheer van stichtingen ontvangen jaarlijks subsidie vanuit de gemeente. Het subsidiebedrag voor een dierenweide bedraagt in 2023 € 2.485 en voor kinderboerderijen bedraagt het subsidie € 10.520. De budgetten voor 2023 zijn -conform de subsidieregeling- geïndexeerd aan de prijsstijgingen.
Zowel vanuit de eigendomsrol, de rol van de gemeentelijke dierenverzorging als wel via de subsidie heeft de gemeente dan ook invloed op de dierenparkjes onder gemeentelijk beheer en de dierenparkjes en kinderboerderijen onder beheer van een stichting. In de beheers- en gebruiksovereenkomst, die geldt voor alle dierenparkjes en kinderboerderijen die niet onder direct gemeentelijk beheer vallen en gebruik maken van grond en gebouwen van de gemeente, staat bijvoorbeeld aangegeven:
“Gebruiker draagt in samenwerking met de gemeentelijke dierenverzorger zorg voor het welzijn van de dieren in het dierenpark (weide c.q. boerderij), één en ander in overeenstemming met het Europese en nationale wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid over dierenwelzijn.”
Middels de verschillende kanalen van invloed kan de gemeente dan ook sturen op de richtlijnen ten aanzien van dierenwelzijn. De gemeente heeft minder invloed op de kinderboerderijen die volledig in particulier eigendom en beheer zijn.
Vragen
De Partij voor de Dieren gaat er graag vanuit dat het streven raadsbreed goed dierenwelzijn op dierenparkjes en kinderboerderijen is, zo getuigen ook eerder raadsvoorstellen in de vorm van moties en een initiatiefvoorstel. Naar aanleiding van de beschouwing in deze bespreeknotitie ten aanzien van het dierenwelzijn op dierenparkjes en kinderboerderijen zijn wij dan ook benieuwd hoe uw fracties dierenwelzijn op dierenparkjes en kinderboerderijen en mogelijke verbeteringen zien en wij hebben hierover de volgende vragen aan u:
- Wat vindt u van de cijfers van afvoer van geiten en schapen naar de slacht en bedrijfsmatige houderijen?
- Wat vindt u van de overige aandachtspunten en verbetermogelijkheden?
- Bent u het met ons eens dat het verstandig is een duidelijke richtlijn die ondersteund wordt door vele dierenwelzijnsorganisaties, zoals het kinderboerderijenbesluit, te hanteren als richtlijn voor het dierenwelzijn op dierenparkjes en kinderboerderijen?
- Op wat voor manier lijkt het u beste om dierenparkjes en kinderboerderijen te bewegen om het kinderboerderijenbesluit te implementeren?
Wij danken u alvast voor de door u genomen moeite ten aanzien het inlezen van deze bespreeknotitie en uw beantwoording van bovenstaande vragen in de commissie sociaal.
Namens de fractie van Partij voor de Dieren,
Eileen Samshuijzen
Status
Ingediend
Voor
Tegen
Lees onze andere moties
Bespreeknotitie eerste stappen eiwittransitie in Bosch beleid
Lees verderMotie: de plantaardige keuze mogelijk maken
Lees verder