Het Grote Bossche Woondebat

In juli vond het slotstuk van het woondebat plaats; een langlopend debat, verspreid over verschillende maanden. In dit proces is de gemeenteraad geïnformeerd over allerlei aspecten van woonbouw en de dillema’s die hierin spelen, zoals de woningnood en de impact van woningbouw op klimaat en milieu. Onze fractie heeft hierin duidelijk neergezet waar we voor staan: geen huizenmarkt maar volkshuisvesting en woningbouw binnen de draagkracht van de Aarde.

Op dit moment is de norm die onze gemeente qua duurzaamheid stelt aan woningbouw het wettelijke minimum. Dat zorgt er voor dat er in de regel wordt gebouwd met baksteen, beton, en pir en pur. Niet meer van deze tijd en desastreus voor de klimaatambitie die onze gemeente nastreeft.

Dat de feitelijke ondergrens zo laag is strookt niet met de duurzaamheidsambities van onze gemeente, omdat met deze conventionele manier van bouwen er per bewoner meer dan 60% van diens verantwoorde klimaatimpact, binnen de grenzen van het klimaatakkoord van Parijs, opgebruikt wordt. De bouwsector gebruikt bijna de helft van de Nederlandse materiaalvraag en is verantwoordelijk voor meer dan 10% van de nationale CO₂-uitstoot. Oftewel, het verbruik van de huidige woningbouw is onverantwoord, maar het kán ook anders.

Hiervoor is het noodzakelijk om duidelijke kaders en verwachtingen neer te leggen, “daarzaam” of “duurzamer” is niets, we moeten duidelijke doelstellingen hebben, duidelijk wat we verwachten en duidelijk om te kunnen sturen om echt naar onze klimaatambitie toe te werken. Ontwikkelaars hebben deze duidelijkheid ook nodig om te weten wat er van hen verwacht wordt.

Er zijn tegenwoordig gelukkig richtlijnen die wél de benodigde duidelijkheid bieden, zoals Het Nieuwe Normaal. Duurzame bouwmethoden bieden de mogelijkheid om de klimaatimpact terug te brengen tot 5% of zelfs minder. Met de richtlijn van Het Nieuwe Normaal worden veel factoren in beschouwing genomen, onderverdeeld in milieu-impact, materiaalgebruik en waardebehoud van grondstoffen, alle factoren kennen daarbij een impact op de CO₂ uitstoot, maar ook een belang in niet te vergeten factoren zoals gezondheid en aanpasbaarheid die woningen bieden.

Bouwen volgens een moderne standaard hoeft niet ingewikkeld te zijn. Zo gaf Heijmans vorig jaar aan bij de gemeenteraad aan dat zij graag écht duurzaam willen bouwen, bijvoorbeeld volgens Het Nieuwe Normaal. Maar dan moet hier wel op aangestuurd worden door de overheid, zodat hun opdrachtgevers hier ook om vragen.

De Partij voor de Dieren heeft in het slotstuk van het woondebat, waarbij moties, voorstellen tot beleid, in stemming zijn gebracht, een motie ingediend om écht werk te gaan maken van duurzame bouw en bij woningbouw ons te houden aan de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs. Ondanks dat het gemeentebestuur zich heeft gecommitteerd aan de doelen van Parijs wil zij zich in de woningbouw hier niet aan houden. Onze motie haalde in de gemeenteraad geen meerderheid; helaas stemden partijen zoals de PvdA en D66, partijen die zeggen klimaat en milieu belangrijk te vinden, tegen onze motie. Wij vinden dit niet uit te leggen, niet vanuit deze partijen maar ook niet vanuit het gemeentebestuur. We hebben geen woorden maar daden nodig. Zéggen klimaat en milieu belangrijk te vinden maar hier niet naar willen handelen vertelt ons genoeg over het belang dat bestuurders en partijen daadwerkelijk hechten aan een leefbare toekomst.

De Partij voor de Dieren is een voorhoede partij; wij jagen andere partijen aan om hun denken en doen te veranderen. Dit was helaas nog niet het moment dat er gekozen is voor écht duurzame woningbouw. Wij blijven ons inzetten voor de verandering die nodig is, ook op dit thema.