Schrif­te­lijke vragen oplossing stank­overlast RWZI, vervolg


Indiendatum: 10 mei 2024

Den Bosch, 10 mei 2024

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: oplossing stankoverlast RWZI, vervolg

Geacht college,

Wij hebben uw antwoordbrief op onze vragen d.d. 2 april jl. ontvangen, kennis genomen van de inhoud en zijn blij met uw constructieve houding hierin. Zowel inwoners die stankoverlast ondervinden als de Partij voor de Dieren zijn blij dat aangegeven wordt dat de provincie/ODBN en waterschap aangeven dat de oplossing voor de stankoverlast in zicht is. Echter blijven er zorgen en bedenkingen ten aanzien van het doorkijkje naar de oplossing die er momenteel is.

Aangegeven wordt dat door het binnen gaan lossen van vrachtwagens met slib en de vrijkomende geur af te vangen en door een luchtwasser te leiden, wordt verwacht dat de stankoverlast wordt beëindigd. U geeft aan dat door u de effectuering van deze aanpassing gevolgd zal worden en dat u het toezichttraject van de provincie actief volgt. Ook geeft u aan ingekomen klachten met klem onder de aandacht te brengen van de provincie en de ODBN en als de geurklachten blijven aanhouden, u de publiekrechtelijke weg zal bewandelen.

Zoals aangegeven spelen er desondanks uw constructieve houding nog zorgen en bedenkingen, op drie punten, namelijk:

  1. In uw antwoordbrief geeft u aan dat bij iedere klacht er door de provincie/ODBN contact opgenomen wordt met de melder en als er dan sprake is van overlast wordt de RWZI en de locatie van de melder bezocht door een toezichthouder om de oorzaak van de overlast vast te stellen. Vanuit melders wordt echter geconstateerd dat de locatie van de melders niet bezocht wordt door de toezichthouder.
  2. Overlast die ontstaat in het kader van de slibvergisting komt niet enkel van het proces dat plaatsvindt op de locatie van de RWZI zelf, maar ook in grote mate van het vervoer. Dat wil zeggen, de vrachtwagens die het slib vervoeren naar de RWZI en die een spoor en deken van stank trekken door de omgeving. Hiervoor staat voor zover wij weten nog geen oplossing op de rol.
  3. Vanuit het waterschap wordt aangegeven dat zij er rekening mee houden dat er stankoverlast kan blijven bestaan, dat dit inherent verbonden is aan de bedrijfsmatige activiteiten die er plaatsvinden.[1] Dat wil zeggen dat een volledige oplossing mogelijk niet bereikt wordt c.q. hier niet naar gestreefd wordt.

Wij hebben hierover de volgende vragen aan u:

  1. Bent u bereid om over de opvolging van de klachten en het bezoeken van de locatie van de melders in gesprek te gaan met de provincie/ODBN en aan te sturen op de door u beoogde en verwoorde procedure ten aanzien van het bezoeken van de locatie van de melders? Zo nee, waarom niet?
  2. Klopt het dat er op dit moment geen concrete plannen zijn om de stankoverlast van het vervoer van het slib op te lossen? Bent u bereid om er bij het waterschap en/of provincie op aan te sturen om op korte termijn tot een concrete oplossing hiervoor te komen? Zo nee, waarom niet?
  3. Welk perspectief kunt u geven ten aanzien van het bewandelen van de publieksrechtelijke weg, op wat voor termijn, bij aanhoudende stankoverlast, bent u bereid hierop over te gaan?
  4. In januari dit jaar zouden werkzaamheden gestart zijn om de slibvergisting bij de RWZI uit te breiden. Kunt u aangeven wat de stand van zaken hiervan is, wat de mogelijke invloed van deze uitbreiding is op de stankoverlast en in welke mate u hier al dan niet bij betrokken bent?

Wij gaan ervan uit dat u naast de inwoners wil staan en het appèl dat op u gedaan wordt constructief oppakt. Dit lezen wij ook in uw antwoordbrief d.d. 2 april jl. Wij hopen dan ook dat u in de lopende problematiek en zorgen en bedenkingen die er spelen samen met inwoners aan een duurzame oplossing wil werken en wij kijken uit naar uw beantwoording, bij voorbaat dank.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen


[1] https://dtvnieuws.nl/nieuws/artikel/bewoners-maaspoort-in-de-stank-slibtransport-voor-biogas-boosdoener

Indiendatum: 10 mei 2024
Antwoorddatum: 23 apr. 2024

Geachte mevrouw Samshuijzen,

In uw brief van 2 april 2024 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over: lucht aan het eind van de tunnel? – stankoverlast RWZI.
Op uw vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:

Vraag 1: Bent u het met ons eens dat na bijna zes jaar stankoverlast een definitieve oplossing voor de stankoverlast in beeld zou moeten zijn en dat het niet uit te leggen is dat dit niet het geval is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja, daar zijn we mee eens. Gelukkig zien we dat het waterschap stappen zet om de geuroverlast op te lossen.

Vraag 2: Bent u het met ons eens dat ondanks dat het waterschap bevoegd gezag is t.a.v. de RWZI de gemeente Den Bosch een zorgplicht heeft naar haar inwoners en daarmee ook een rol heeft in de bescherming van inwoners in deze casus van doorlopende stankoverlast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3: Welke rol neemt de gemeente Den Bosch op dit moment in t.a.v. het oplossen van de stankoverlast?

Vraag 4: Bent u bereid om bij het waterschap actief aan te sturen op een definitieve oplossing voor de stankoverlast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5:Welke (juridische) mogelijkheden ziet u voor de gemeente Den Bosch om het realiseren van een definitieve oplossing voor de stankoverlast te bespoedigen, bijvoorbeeld op basis van artikel 6:162 BW?

Antwoorden:

Het waterschap is eigenaar van de waterzuivering. De provincie (niet het waterschap) is het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu (geurklachten). De ODBN voert namens de provincie het toezicht uit en behandelt de klachten. Wij zijn wettelijk adviseur en kunnen tijdens vergunningprocedures advies uitbrengen. Bij klachten kunnen we, net als de omgeving, de provincie/ODBN verzoeken om (handhavend) op te treden. Klachten die bij de gemeente binnenkomen, worden bij de provincie/ODBN onder de aandacht gebracht.

De klachten over geur zijn bij de provincie/ODBN bekend. Elke klacht die bij de provincie/ODBN wordt gemeld, wordt in behandeling genomen. Er wordt contact opgenomen met de melder en als er dan sprake is van overlast wordt de RWZI en de locatie van de melder bezocht door een toezichthouder om de oorzaak van de overlast vast te stellen.

Volgens de provincie/ODBN en het waterschap is de oplossing voor de geuroverlast in zicht. Door het binnen gaan lossen van vrachtwagens met slib en de vrijkomende geur af te vangen en door een luchtwasser te leiden, wordt verwacht dat de geuroverlast wordt beëindigd. Een aanvraag voor deze aanpassing is bij de provincie/ODBN in behandeling. Door ons zal de effectuering van deze aanpassing gevolgd worden. Tevens volgen wij het toezichttraject van de provincie actief. We blijven ingekomen klachten met klem onder de aandacht brengen van de provincie en de ODBN.
Als de geurklachten blijven aanhouden, zullen we de publiekrechtelijke weg bewandelen.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch,

De gemeentesecretaris,

drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

drs. J.M.L.N. Mikkers

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen geen gif in onze natuur en leefomgeving, maatregelen bollenteelt Engelermeer

Lees verder

Mondelinge vragen schending demonstratierecht 11 mei jl.

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer