Schrif­te­lijke vragen Brabant van het slot: wel de lusten, niet de lasten?

Indiendatum: 22 jun. 2023

Den Bosch, 22 juni 2023

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: Brabant van het slot: wel de lusten, niet de lasten?

Geacht college,

Vandaag is de Bossche raad geïnformeerd over de brandbrief “Haal Brabant van het slot!”, verzonden vanuit de B7 gemeenten, met Den Bosch als initiatiefnemer, zo maken wij op uit de ondertekening van de brief. Wethouder Van der Geld is namelijk eerste ondertekenaar van deze brief. Deze brief, geadresseerd aan de Gedeputeerde Staten, roept op de slechte staat van de natuur op orde te brengen, om de natuur te herstellen, zodat er weer milieuvergunningen uitgegeven kunnen worden voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Ondanks dat wij uw zorgen delen omtrent het uitblijven van actie vanuit de Staten en het Rijk, hebben wij uw brief ook met de nodige verbazing gelezen. Dit omdat wij bijvoorbeeld lezen:

“Actie en daadkracht vanuit het provinciehuis zijn daarom nú nodig, zodat onze inwoners zicht kunnen blijven houden op een woning. Brabanders hebben op veel plekken nu al last. Bijvoorbeeld in Willemspoort in ‘s-Hertogenbosch, waar een groot bouwplan stilligt in afwachting van -laten we het zo maar noemen- witte rook uit het provinciehuis.

(…)

In Noord-Brabant worden wij hierdoor helaas het hardste geraakt. De provincie moet daarom zijn natuurherstel nu zeer snel op orde brengen, zodat er weer ruimte ontstaat voor vergunningen. Op die manier loopt de woningmarkt niet verder vast. En kunnen duizenden woningzoekende (nieuwe) Brabanders weer perspectief krijgen, terwijl dit gepaard gaat met natuurherstel in Brabant. Oplossingen zullen hierin zeker niet eenvoudig zijn. Maar waar je als bevoegd gezag het besluit neemt om onze provincie op slot te zetten, heb je ook de dure plicht en verantwoordelijkheid om -even zo snel- weer perspectief te bieden aan onze inwoners.”

Onze verbazing om twee redenen. Allereerst, wij lezen in uw brief primair zorgen omtrent ruimtelijke ontwikkeling, zoals woningbouw. Hierbij vragen wij ons dat ook af waar uw zorgen zijn omtrent de natuur, de intrinsieke waarde van de natuur zijn en het huis dat voor vele dieren onvoldoende aanwezig is doordat de natuur in erbarmelijke staat verkeert. De natuur heeft waarde om hetgeen wat zij is, natuur. En zij is een huis voor in vrijheid levende dieren. Uiteraard vindt de Partij voor de Dieren het ook van belang dat er woningen gebouwd kunnen worden, uit uw brief kunnen wij echter niet opmaken dat u daadwerkelijk zorgen heeft omtrent de natuur en de gigantische crisis waarin zij verkeert. Wij maken uit uw brief enkel de instrumentele waarde die de staat van de natuur heeft voor woningbouw op.

Ten tweede verbaast het ons ten zeerste dat u de Gedeputeerde Staten wijst op “de dure plicht en verantwoordelijkheid om weer perspectief te bieden aan onze inwoners”, waar u zelf deze verantwoordelijkheid niet neemt. Als overheid moeten wij doen wat nodig is, ook als lokale overheid, als gemeente. Dit betekent ook reflectief vermogen op de eigen invloed op, in dit geval, de natuurcrisis. In dit geval zien wij een college dat keer op keer niet thuis geeft wanneer zij zelf invloed heeft op stikstofuitstoot: intensieve veehouderij heeft geen toekomst, inzetten op kringlooplandbouw? Nee zegt dit college, dat willen wij niet, wij vinden niets mis met de intensieve veehouderij. Verduurzaming van de woningbouw, stikstofarm bouwen? Nee zegt dit college, wij vinden de woningbouw goed zoals het gaat, laat de markt zijn gang gaan. En we gaan door met bakstenen en beton. Echt inzetten op minder auto’s, geen nieuw asfalt meer, de portemonnee trekken voor duurzame mobiliteit? Nee zegt dit college, iedereen die wil moet overal met gemak met de auto kunnen komen en laat vooral de markt zijn werk doen en inwoners zelf het initiatief nemen. Keer op keer op keer zegt u nee tegen reductie van de stikstofuitstoot. En nu wijst u enkel naar de Gedupeerde Staten.

Geacht college, begrijp nogmaals goed dat wij uw zorgen delen, maar dat wij noodzakelijke prioriteiten en reflectief vermogen ook zouden waarderen. Wij hebben hierover de volgende vragen aan u:

1. Erkent u de intrinsieke waarde van de natuur en het huis dat de natuur is voor in vrijheid levende dieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom spreekt u hier niet over in uw brief?
2. Welke mogelijkheden ziet u zelf om in Den Bosch de stikstofuitstoot te verlagen? Gaat u handelen op deze mogelijkheden?
3. Waarom legt u de verantwoordelijkheid voor stikstofuitstoot enkel bij de Staten, wanneer uw eigen beleid mogelijkheden voor stikstofreductie niet benut?
4. Bent u bereid om met de Gedeputeerde Staten in gesprek te gaan over de mogelijkheden tot reductie van stikstofuitstoot in Den Bosch en de mogelijkheden om gezamenlijk aan deze opgave te staan? Zo nee, waarom niet?

Wij kijken uit naar uw beantwoording.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen