Schrif­te­lijke vragen gevaar van niet opge­ruimde gemaaide grasaren

Vraag 1:

Bent u bekend met de signalen over het niet opgeruimde maaisel van de grasaren?

Antwoord:

Dit is bij ons bekend, er zijn verschillende meldingen ingediend bij ons over dit onderwerp. Als reactie op de meldingen hebben wij aangegeven dat het maaisel van ruw gras altijd een paar dagen blijft liggen voordat het wordt opgeruimd. Dit zodat zaden uit het maaisel kunnen vallen en volgend seizoen weer terug kunnen groeien, zodat ook de biodiversiteit vergroot wordt. Alleen bij kort gras ruimen we het maaisel niet op.

Vraag 2:

Deelt u de zorgen van inwoners en van onze fractie ten aanzien van de grasaren en het maaisel van de grasaren? Zo ja, hoe staat dit in verhouding met het niet opruimen van maaisel met grasaren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja, we delen deze zorgen. Grasaren kunnen nadelige gevolgen hebben voor de hond en daarmee ook de eigenaar.

Juist door het maaien en afvoeren van het maaisel wordt de bodem verschraald. Op deze schalere grond groeien meer kruiden en bloemen, terwijl grasaren juist van rijkere grond houden. Onze insteek is dat ons maaibeleid dus uiteindelijk leidt tot minder grasaren. Ten aanzien van het opruimen van de grasaren verwijzen we naar ons antwoord op vraag 6.

Vraag 3:

Bent u het met ons eens dat de gemeente een verantwoordelijkheid heeft voor een veilige omgeving voor dieren, zo ook voor honden, en dan ook een verantwoordelijkheid heeft t.a.v. het opruimen van maaisel met grasaren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Het afvoeren van het maaisel doen we niet alleen voor de gezondheid van de hond, het afvoeren van maaisel zorgt ervoor dat de kruiden in soort toenemen (verhoging van de biodiversiteit).

Vraag 4:

Bent u het met ons eens dat op basis van de hoogte van de hondenbelasting in onze gemeente, die erg hoog is, er des te meer van de gemeente verwacht mag worden dat de leefomgeving en faciliteiten voor honden op orde zijn? Zo nee, hoe duidt u het grote bedrag dat inwoners aan hondenbelasting moeten betalen in dit licht?

Antwoord:

We voeren het beleid uit zoals dat is vastgesteld, ook voor de hondenuitlaatroutes Daarbij geven we de nodige aandacht aan grasaren bij de hondenvoorzieningen. Grasaren groeien niet allen in gemeentelijk gras of verharding maar ook op terreinen van derden. Wij zijn de uitvoering van ons maaibeleid na de eerste maaironde aan het evalueren en kijken hierbij vooral naar wat we zouden kunnen doen rondom grasaren en bij verkeersonveilige situaties.

Vraag 5:

Bent u bekend met het informatieblad van de Hondenbescherming over de grasaren? Kunt u aangeven welke adviezen u hieruit reeds opvolgt en welke adviezen nog niet en waarom u deze nog niet opvolgt?

Antwoord:

De basis voor het maaibeleid is op ecologische beheer van gras gestoeld. Veel daarvan komt overeen met de adviezen van de Hondenbescherming. In bijlage 1 is opgenomen welke adviezen in het maaibeleid en de uitvoering overeenkomen en welke niet.

Vraag 6:

Bent u bereid om het afvoeren van maaisel te versnellen, dat wil zeggen drie dagen na het maaien van het gras het maaisel af te voeren, en zo te voorkomen dat het maaisel van de grasaren een gevaar voor honden vormt, de bodem verrijkt wordt met het maaisel en de zaden van de grasaren kunnen verspreiden en ontkiemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Nee, dit is niet wenselijk voor de overige ‘gewenste’ kruiden. Bovendien wordt hier niet mee voorkomen dat grasaren nergens meer voorkomen. Bij onze evaluatie kijken we of er wel mogelijkheden zijn om de uitvoering van ons beleid op dit punt aan te passen. Op termijn lijkt het juist vasthouden aan ons beleid de beste manier om te zorgen dat er minder grasaren zijn in de openbare ruimte (zie antwoord vraag 2).