Schrif­te­lijke vragen posi­tief­lijst, signa­lering & afstemming met LID


Indiendatum: 1 jul. 2024

Den Bosch, 1 juli 2024

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: positieflijst, signalering & afstemming met LID

Geacht college,

Sinds vandaag is de huis- en hobbydierenlijst (positieflijst) van kracht, de lijst met zoogdieren die als huisdieren gehouden mogen worden. Mensen die al voor 1 juli 2024 dieren houden die niet op de positieflijst staat mogen de dieren houden, mits ze goed worden verzorgd. Het is wel verboden nog te fokken met deze dieren en er mogen per 1 juli geen nieuwe dieren meer aangeschaft worden die niet op de positieflijst staan.

De LID (Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn) zal vanuit hun opdracht, toezichthouden en handhavend optreden bij welzijnsverstoringen van hobby- en gezelschapsdieren in opdracht van het ministerie van LNV, voornamelijk de partij zijn die toezicht houdt op het naleven van de positieflijst. De LID zal hierin hoofdzakelijk reactief handelen, namelijk op basis van meldingen die bij hen gedaan worden. Daarom is het van belang dat indien er een vermoeden van overtreding van de positieflijst is, dat hiervan dan melding wordt gemaakt bij de LID en dat de lokale overheid en autoriteiten en hun medewerkers hier goed van op de hoogte zijn.

Hierover hebben wij de volgende vragen aan u:

  1. Heeft u afstemming gehad met de LID over de rol van de gemeente in het signaleren en melden bij de LID t.a.v. de positieflijst? Zo ja, wat heeft u hierover afgestemd? Zo nee, bent u bereid om hierover nog afstemming te zoeken en hier goede afspraken over te maken?
  2. Is bij de uitvoerende medewerkers van onze gemeente bekend wat de positieflijst inhoudt en dat zij hier een signalerende rol in hebben? Zo ja, op wat voor manier is aandacht aan besteed en zijn zij geïnformeerd? Zo nee, bent u bereid om medewerkers hierover te informeren?
  3. Is de ingang van de positieflijst besproken binnen de veiligheidsdriehoek vanuit de signalerende rol, de rol van de politieagenten die themahouder dieren zijn en hun samenwerking met de LID? Indien ja, zijn hier afspraken over gemaakt? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit onderwerp op de agenda te zetten bij het eerst volgende overleg van de driehoek?
  4. Heeft u contact gehad met de dierenparkjes en kinderboerderijen in Den Bosch over wat de positieflijst voor hen betekent, en in het bijzonder met de parkjes die dieren houden die niet op de positieflijst staan? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om dit nog onder de aandacht te brengen? Zo ja, zijn er uit deze afstemming bijzonderheden naar voren gekomen en/of specifieke afspraken gemaakt over de dieren die gehouden worden? Heeft u er zicht op hoe voorkomen gaat worden dat de betreffende dieren zich niet zullen voortplanten?

Wij kijken uit naar uw beantwoording, bij voorbaat dank.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen

Indiendatum: 1 jul. 2024
Antwoorddatum: 20 aug. 2024

Geachte mevrouw Samshuijzen,

In uw brief van 1 juli 2024 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over: Positieflijst hobby- en huisdieren.

Voordat wij ingaan op uw vragen, willen we het volgende toelichten.

De positieflijst huis- en hobbydieren wordt periodiek geëvalueerd en bijgesteld door het ministerie van Landbouw, Voedselkwaliteit, Visserij en Natuur (LVVN). De bestuursrechtelijke handhaving van overtredingen is belegd bij de NVWA en de Landelijke Inspectie Dierenwelzijn (LID). De gemeente heeft geen bevoegdheden, noch capaciteit ten aanzien van handhaving van dierenwelzijn; ook niet ten aanzien van naleving van de positieflijst hobby- en huisdieren.

Wij hebben op uitvoeringsniveau een goede relatie met beide organisaties. Wij hebben -evenals bij eerder vastgestelde positieflijsten- geen verzoek van de LID gekregen om hier vanuit een signalerende rol extra op toe te zien. Gegeven de door de raad vastgestelde handhavingsprioriteiten zien wij hier -buiten onze reguliere contacten- ook geen ruimte voor. Wij zien voor ons dan ook geen rol weggelegd om zelf initiatieven te nemen, anders dan wij binnen onze reguliere taken al doen. Uiteraard zullen we meldingen doorgeven als we zaken signaleren, die mogelijk niet in orde zijn.

Op deze vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:

Vraag 1:


Antwoord:

Vraag 2:

Heeft u afstemming gehad met de LID over de rol van de gemeente in het signaleren en melden bij de LID t.a.v. de positieflijst? Zo ja, wat heeft u hierover afgestemd? Zo nee, bent u bereid om hierover nog afstemming te zoeken en hier goede afspraken over te maken?


Nee. Zie onze inleiding.

Is bij de uitvoerende medewerkers van onze gemeente bekend wat de positieflijst inhoudt en dat zij hier een signalerende rol in hebben? Zo ja, op wat voor manier is aandacht besteed en zijn zij geïnformeerd? Zo nee, bent u bereid om medewerkers hierover te informeren?

Antwoord: Betrokken afdelingen zijn op de hoogte van de positieflijst huis- en hobbydieren. Zoals hierboven aangegeven, zien wij geen specifieke rol voor onze medewerkers.

Vraag 3: Is de ingang van de positieflijst besproken binnen de veiligheidsdriehoek vanuit de signalerende rol, de rol van politieagenten die themahouder dieren zijn en hun samenwerking met de LID? Indien ja, zijn hier afspraken over gemaakt? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit onderwerp op de agenda te zetten bij het eerst volgende overleg van de driehoek?

Antwoord: Nee. Het instrueren van medewerkers van de politie is geen onderwerp wat in de veiligheidsdriehoek besproken wordt. In de ambtelijke contacten kunnen we aandacht vragen voor het signaleren en op de juiste manier doorgeven van meldingen aan de LID en NVWA. Gezien het feit dat de politie hier geen bevoegdheden in heeft, zal dit gezien de schaarste aan capaciteit bij de politie geen prioriteit zijn.

Vraag 4: Heeft u contact gehad met de dierenparkjes en kinderboerderijen in Den Bosch over wat de positieflijst voor hen betekent en in het bijzonder met de parkjes die dieren houden die niet op de positief/ijst staan? Zo nee waarom niet en bent u bereid om dit alsnog naar voren te brengen? Zo ja, zijn er uit deze afstemming bijzonderheden naar voeren gekomen en/of specifieke afspraken gemaakt over de dieren die gehouden worden? Heeft u zicht op hoe voorkomen gaat worden dat de betreffende dieren zich niet voortplanten?

Antwoord: Stichtingen zijn echter zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen. Als zij hierin advies willen hebben, kunnen zij hiervoor terecht bij onze gemeentelijk dierenverzorger.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,

De gemeentesecretaris,

De burgemeester,

drs. B. van der Ploeg

drs. J.M.L.N. Mikkers



Interessant voor jou

Schriftelijke vragen gevaar van niet opgeruimde gemaaide grasaren

Lees verder

Schriftelijke vragen uitvoering Kanaalboulevard 2 – zorgen om verkeersveiligheid en leefbaarheid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer