Schrif­te­lijke vragen import giftige grond voor GOL-wegen­structuur

Indiendatum: 3 jun. 2024

Den Bosch, 3 juni 2024

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: import giftige grond voor GOL-wegenstructuur

Geacht college,

Recent zijn wij op de hoogte gebracht van de mogelijkheid dat een grote hoeveelheid giftige grond, tot zo'n 5500 grote vrachtwagens vol, toegepast kan gaan worden op nu nog schone bodem binnen onze gemeentegrenzen bij aanleg van de GOL-wegenstructuur (Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat). Het gaat om grofweg 110000 m3 grond met de kwaliteitsklasse industrie afkomstig uit de oude spoordijk (Halve Zolenpad) in de Baardwijkse Overlaat, gelegen in de gemeente Heusen. Deze giftige grond zou gezondheidsrisico’s, ecologische en financiële risico's kunnen veroorzaken bij toepassing rondom de A59 en bijbehorende randwegen.

Hierover hebben wij de volgende vragen aan u:

1. Bent u bekend met de betreffende ontwikkeling en de onderliggende (bodem)rapporten? Indien ja, kunt u de onderliggende rapporten met de raad delen?
2. Klopt het dat een deel van de grond bij de oude spoordijk inderdaad dermate vervuild is met o.a. zware metalen en PFAS?
3. Klopt het dat er plannen zijn in het kader van de GOL-wegenstructuur waarbij de giftige grond van de oude spoordijk toegepast gaat worden? Zo ja, hoe concreet zijn de plannen en binnen welke termijn wordt naar verwachting begonnen met de werkzaamheden?
4. Bent u van mening dat de huidige bodemkwaliteit van de giftige grond voldoende in kaart is gebracht? Zo ja, waar blijkt dit uit en wat zijn de gemeten waarden?
5. Is het met de huidige geldende wetgeving voor bodemverontreiniging legaal om de giftige grond van de oude spoordijk, met ten dele klasse 'industrie' vanwege o.a. zware metalen en ten dele 'niet toepasbaar' vanwege verontreiniging met PFAS, toe te passen in de GOL-wegenstructuur binnen onze gemeentegrenzen? Zo ja, waarom en welke wetgeving weegt u hierin mee? Zo nee, waarom niet, op basis van welke wetgeving is dit en wat gaat u doen als de plannen om deze giftige grond binnen onze gemeentegrenzen toe te passen worden doorgezet om dit te voorkomen?
6. Vindt u het aannemelijk dat de giftige grond bij toepassing voor de GOL-wegenstructuur, net zoals op de huidige locatie bij de oude spoordijk (gezien waterbodemonderzoek uit 1994), waterbodemverontreiniging zal veroorzaken? Zo nee, waarom niet?
7. Vindt u het wenselijk als dergelijke giftige grond binnen onze gemeentegrenzen voor de GOL-wegenstructuur wordt toegepast? Zo ja, hoe maakt u hierin de afweging tussen kosten en veiligheid van de waterkwaliteit, en omliggende grond?
8. Rondom de betreffende GOL-wegenstructuur ligt ten dele landbouwgrond, bent u het met ons eens dat toepassing van de giftige grond problemen kan gaan opleveren voor de bruikbaarheid van de landbouwgrond, zoals door verspreiding van giftige stoffen via oppervlaktewater? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u eraan doen om deze risico's weg te nemen?
9. Vindt u dat de natuurdoelstellingen van de GOL-wegenstructuur goed samen gaan met de toepassing van de giftige grond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u van mening dat de financiële risico’s van het toepassen van de giftige grond binnen onze gemeentegrenzen voor de GOL-wegenstructuur, die voortvloeien uit het mogelijk moeten saneren van de giftige grond en (grond)waterverontreiniging, voldoende in kaart zijn gebracht? Zo ja, op welke risicoanalyse baseert u dit inzicht en wie is aansprakelijk in deze casus?

Wij kijken uit naar uw beantwoording, bij voorbaat dank.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen