Schriftelijke vragen handhaving omgevingsdienst
Indiendatum: 24 nov. 2023
Den Bosch, 24 november 2023
Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.
Onderwerp: handhaving omgevingsdienst
Geacht college,
Op 24 november publiceerde DTV Den Bosch een artikel met als titel ‘Gemeenten checken niet of leefomgeving voldoende wordt beschermd’.[1] In dit artikel wordt gesteld dat de gemeenten, als opdrachtgever van de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) onvoldoende zicht hebben op het functioneren van de omgevingsdienst. Ook wordt in het artikel gesteld dat de ODBN slechts in 7,5% van de bekende overtredingen strafrechtelijk handhaaft. Dit laatste cijfer is gebaseerd op de jaren 2020, 2021 en 2022. Dit artikel heeft bij onze fracties tot de volgende vragen aan het college geleid:
- Bent u bekend met dit artikel? Zo ja, wat is uw eerste reactie?
- Klopt de bewering dat slechts 7,5% van de bekende overtredingen tot strafrechtelijke sancties heeft geleid? Zo ja, hoe verklaart u dit? Zo nee, welk percentage klopt wel?
- Klopt het dat deze percentages nooit in de verslaglegging van de ODBN richting te raad hebben gestaan? Zo ja, hoe komt dit?
- Kunt u, ondanks deze magere handhavingscijfers, de inwoners van onze gemeente garanderen dat de ODBN de leefomgeving voldoende beschermd? Graag een uitgebreide toelichting.
- In het artikel wordt hoogleraar Herman Bröring geciteerd, die stelt: ‘Het zou heel optimistisch zijn om te denken dat ruim negentig procent van de overtredingen opgelost kan worden zonder een sanctie.’ Kunt u op deze uitspraak reageren? Is het college inderdaad (te) optimistisch?
- Ziet het college een verband tussen grootschalige incidenten, zoals de branden bij schrootverwerker AVI en de grote normoverschrijding van Benzeen en PAK’s bij de asfaltcentrale, en het terughoudende handhavingsbeleid van de ODBN? Zo nee, waardoor zijn deze incidenten dan wel te verklaren?
- De fracties van SP en PvdD zijn van mening dat met het op afstand zetten van de omgevingsdienst in 2013 de democratische controle en transparantie van de omgevingsdiensten is afgenomen. Kan het college reageren op deze stellingname?
- Is het college van plan om, op basis van deze berichtgeving, de werkwijze ten aanzien van de ODBN te veranderen? Hoe garandeert het college voldoende controle van de gemeente op de ODBN en voldoende transparantie richting de raad?
- Kan het college in samenspraak met de ODBN de raad inzicht verschaffen in de frequentie van controles, constateringen van overtredingen incl. aantal recidive en manier van opvolging en opvolgingstijd van overtredingen? Zo ja dan ontvangen wij deze informatie graag op korte termijn, zo nee, waarom is dit niet mogelijk?
Namens de fracties van SP en PvdD,
Bram Roovers
Eileen Samshuijzen
Indiendatum:
24 nov. 2023
Antwoorddatum: 20 dec. 2023
Geachte heer Roovers en mevrouw Samshuijzen,
In uw brief van 24 november 2023 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over de publicatie DTV ‘Gemeenten checken niet of leefomgeving voldoende wordt beschermd'
Op deze vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:
Vraag 1: Bent u bekend met dit artikel? Zo ja, wat is uw eerste reactie?
Antwoord: Ja.
Handhaving is een middel om een doel te bereiken. Het doel is om ongewenste situaties en overtredingen te beëindigen. Daarbij maken wij en de ODBN steeds de afweging met welke interventie in een specifieke casus het doel bereikt kan worden (zie ook het antwoord bij vraag 4).
Vraag 2: Klopt de bewering dat slechts 7,5% van de bekende overtredingen tot strafrechtelijke sancties heeft geleid? Zo ja, hoe verklaart u dit? Zo nee, welk percentage klopt wel.
Antwoord: Nee, de ODBN voert bij handhavingszaken voornamelijk bestuursrechtelijke sancties uit. Strafrechtelijke sancties, samen met politie en Openbaar ministerie, worden incidenteel opgelegd. Het aantal bestuursrechtelijke sancties is wel ongeveer 7,5%. Het aantal voornemens last onder dwangsom/last onder bestuursdwang valt buiten dit percentage. Als de overtreding naar aanleiding van een voornemen binnen de begunstigingstermijn ongedaan is gemaakt, wordt de bestuursrechtelijke handhaving niet doorgezet. Het nalevingsdoel is dan immers bereikt.
Vraag 3: Klopt het dat deze percentages nooit in de verslaglegging van de ODBN richting te raad hebben gestaan? Zo ja, hoe komt dit?
Antwoord: We hebben in het evaluatieverslag geen percentage genoemd, maar gerapporteerd over het aantal controles en het aantal maal dat bestuursrechtelijke maatregelen zijn toegepast. In 2022 zijn 199 controles verricht waarbij in 14 gevallen bestuursrechtelijk is gehandhaafd. In onze brief van 11 april 2023 hebben wij u verwezen naar de evaluatie van het Uitvoeringsprogramma VTH 2022.
brief aan raad 11 april 2023 Evaluatie UP-VTH-2022
Vraag 4: Kunt u, ondanks deze magere handhavingscijfers, de inwoners van onze gemeente garanderen dat de ODBN de leefomgeving voldoende beschermd? Graag een uitgebreide toelichting.
Antwoord: Niet bij alle overtredingen is direct een bestuursrechtelijke maatregel noodzakelijk. Overtredingen die bijvoorbeeld onomkeerbaar zijn, waarbij economisch gewin is of bewust worden begaan, worden direct bestuursrechtelijk (dwangsom, bestuursdwang) aangepakt. Tevens kan strafrechtelijk worden opgetreden. Bij de lichtere overtredingen volgt eerst een schriftelijke waarschuwing en pas daarna worden bestuursrechtelijke maatregelen ingezet. In de meeste gevallen is dit voldoende.
De gemeente ’s-Hertogenbosch en de ODBN voeren toezicht en handhaving uit volgens de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet (LHSO). Hierin is vastgelegd hoe tegen overtredingen op te treden, zodat handhavende instanties (gemeenten, provincie, Openbaar ministerie, politie, omgevingsdiensten ect.) uniform optreden. In principe geldt er een beginselplicht tot handhaven. Op grond van vaste rechtspraak geldt voor de gemeente de verplichting om handhavend op te treden, tenzij sprake is van een bijzondere omstandigheid.
Wanneer regels worden overtreden, nemen we een passende interventie. Dit hangt af van de aard, zwaarte, oorzaken en gevolgen van de overtreding en van het verwachte effect van de interventie. Tevens wordt gekeken naar de overtreder zelf is er bv sprake van recidive of calculerend gedrag. De LHSO biedt een afwegingsinstrument om in concrete gevallen afgestemd, eenduidig, effectief en evenredig te kunnen interveniëren. De LHSO dient als hulpmiddel voor een effectieve en rechtmatige handhaving. Waarbij het doel van handhaven is de ongewenste situaties en overtredingen te beëindigingen en niet om een overtreding te vergelden.
Wij zijn van mening dat de leefomgeving hiermee op een adequate manier wordt beschermd.
Vraag 5: In het artikel wordt hoogleraar Herman Bröring geciteerd, die stelt: ‘Het zou heel optimistisch zijn om te denken dat ruim negentig procent van de overtredingen opgelost kan worden zonder een sanctie.’ Kunt u op deze uitspraak reageren? Is het college inderdaad (te) optimistisch?
Antwoord: De cijfers uit het jaarlijkse evaluatieverslag tonen aan dat na de eerste hercontrole het overgrote deel van de overtredingen opgelost zijn. Zie hiervoor Evaluatie UP-VTH-2022
Vraag 6: Ziet het college een verband tussen grootschalige incidenten, zoals de branden bij schrootverwerker AVI en de grote normoverschrijding van Benzeen en PAK’s bij de asfaltcentrale, en het terughoudende handhavingsbeleid van de ODBN? Zo nee, waardoor zijn deze incidenten dan wel te verklaren?
Antwoord: Nee. Wij delen uw bewering niet dat er sprake zou zijn van terughoudend handhavingsbeleid. De dossiers die u noemt, zijn onvergelijkbaar in aard en omstandigheden. Daarnaast is de gemeente niet bij ieder bedrijf bevoegd gezag. Bij AVI is de provincie het bevoegd gezag. Het verband dat u suggereert, kunnen wij daarom niet onderschrijven.
Vraag 7: De fracties van SP en PvdD zijn van mening dat met het op afstand zetten van de omgevingsdienst in 2013 de democratische controle en transparantie van de omgevingsdiensten is afgenomen. Kan het college reageren op deze stellingname?
Antwoord: Ondanks dat de uitvoering op afstand is gezet, is de democratische controle en transparantie geborgd. De democratische controle en transparantie worden geborgd door deelname in het Algemeen bestuur alsmede de P&C documenten zoals, kadernota, begroting, werkprogramma en jaarverslag.
Met de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) beoogt de wetgever de betrokkenheid van gemeenteraden bij het bestuur van een samenwerkingsverband te verbeteren. Zo introduceert de gewijzigde Wgr extra mogelijkheden en instrumenten voor raden om hun kaderstellende en controlerende rol beter in te vullen. De Wgr regelt ook dat het bestuur van de ODBN een actieve informatieplicht heeft.
Vraag 8: Is het college van plan om, op basis van deze berichtgeving, de werkwijze ten aanzien van de ODBN te veranderen? Hoe garandeert het college voldoende controle van de gemeente op de ODBN en voldoende transparantie richting de raad?
Antwoord: Nee, wij zien geen reden de werkwijze te wijzigen (zie ook antwoord vraag 7).
Vraag 9: Kan het college in samenspraak met de ODBN de raad inzicht verschaffen in de frequentie van controles, constateringen van overtredingen incl. aantal recidieven en manier van opvolging en opvolgingstijd van overtredingen? Zo ja dan ontvangen wij deze informatie graag op korte termijn, zo nee, waarom is dit niet mogelijk?
Antwoord: Zie hiervoor het jaarlijkse evaluatieverslag Evaluatie UP-VTH-2022
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch,
De gemeentesecretaris, De burgemeester,
drs. B. van der Ploeg drs. J.M.L.N. Mikkers
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen actieve inclusie LHBTQIA+
Lees verderSchriftelijke vragen late lichtreclame: geen mens en te veel dieren die het zien
Lees verder