Schrif­te­lijke vragen uitblijven commu­ni­catie omtrent brand Afval­stof­fen­dienst


Indiendatum: 29 aug. 2023

Den Bosch, 29 augustus 2023

Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.

Onderwerp: uitblijven communicatie omtrent brand Afvalstoffendienst

Geacht college,

Afgelopen maandag hebben wij vanuit de media[1] vernomen over de brand die in de nacht van zondag 27 augustus op maandag 28 augustus jl. heeft plaatsgevonden bij onze Afvalstoffendienst. Dankzij de media zijn wij op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen. Het roept echter vragen bij ons op dat communicatie vanuit het college richting raad uitblijft. Te verwachten zou zijn dat er zo snel mogelijk geïnformeerd zou worden, tot op heden, dinsdagmiddag 29 augustus, is berichtgeving vanuit het college echter uitgebleven. Voor het zomerreces is er nota bene veel commotie geweest omtrent de arbeidsomstandigheden bij de gemeente en ook specifiek bij de Afvalstoffendienst als onderdeel van de gemeentelijke organisatie. De arbeidsomstandigheden afgelopen jaar vaker in opspraak geweest naar aanleiding van ongevallen en betrokkenheid van de Arbeidsinspectie[2]. Vanuit deze achtergrond zou extra zorgvuldigheid omtrent informeren en betrekken van de raad bij incidenten bij de Afvalstoffendienst vanuit onze visie dan ook geboden zijn.

Wij hebben hierover de volgende vragen aan u:

  1. Kunt u aangeven waarom de raad (nog) niet is geïnformeerd over de brand bij de Afvalstoffendienst?
  2. Vanuit berichtgeving van de media begrijpen wij dat de brand is ontstaan in een opslag van PBD-materiaal, klopt dat? Indien dit niet klopt, kunt u aangeven waar de brand ontstaan is?
  3. Kunt u aangeven wat de oorzaak van de brand is? Zo nee, wordt hier door u en/of de veiligheidsregio nog nader onderzoek naar gedaan?
  4. Welke (schadelijke) stoffen zijn er vrijgekomen door de brand?
  5. Is er sprake van milieuschade? Zo ja, kunt u aangeven wat de milieuschade inhoudt?
  6. Kunt u de incidentenrapportage met ons delen? Zo nee, waarom niet?
  7. Welke maatregelen zullen genomen worden om het risico op brand bij de Afvalstoffendienst in de toekomst te voorkomen?
  8. Vanuit berichtgeving in de media begrijpen wij dat de brand rond 4:00u ’s nachts is ontstaan maar dat het NL-Alertbericht pas om 8:30u ’s ochtends verstuurd is. Vanuit voorzorg is dat moeilijk te rijmen. Kunt u aangeven waarom het NL-Alertbericht pas vierenhalf uur later is verstuurd dan het ontstaan en detecteren van de brand? Kunt u aangeven hoe het komt dat er zo’n grote vertraging in het versturen van het NL-Alertbericht plaats heeft gevonden? Kunt u aangeven of dat u dit met de veiligheidsregio gaat evalueren om dit proces voor mogelijke toekomstige scenario’s te bespoedigen?
  9. Hoe heeft de brand van afgelopen zondagnacht invloed (gehad) op de medewerkers van de Afvalstoffendienst en de arbeidsomstandigheden van de medewerkers, dan wel fysiek dan wel mentaal?
  10. Hoe zijn de medewerkers van de Afvalstoffendienst geïnformeerd en welke ruimte is hen geboden voor vragen en zorgen?
  11. Kunt u aangeven wat de status is van het onderzoek naar de veiligheid en het verbeteren daarvan bij de Afvalstoffendienst, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli jl. aan refereerde?
  12. Kunt u aangeven wat de status is van het onderzoek naar het arbosysteem van de gemeente, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli jl. aan refereerde?
  13. Kunt u aangeven wat de status is van de uitvoering en opvolging van de nieuwe RI&E, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli jl. aan refereerde?
  14. Kunt u aangeven hoe dit incident bij de Afvalstoffendienst zich verhoudt tot de uitvoering van en opvolging van de nieuwe RI&E?
  15. Verband houdend met de RI&E, in het collegebericht[3] van 30 mei jl. wordt aangegeven dat het voornemen is om onderzoek te doen naar PSA (psychosociale arbeidsbelasting). Dit is echter reeds onderdeel van de RI&E[4]. Kunt u aangeven op welke manier u hiermee een aanvulling op de RI&E wil doen, bent u bijvoorbeeld op voorhand van plan om een verdiepend PSA onderzoek te doen? Kunt u aangeven wat de status van dit voornemen is?


Wij kijken uit naar uw beantwoording.

Namens de fractie van Partij voor de Dieren,

Eileen Samshuijzen


[1] Bijvoorbeeld: https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4329508/smeulbrand-bij-afvalverwerker-veroorzaakte-uren-rookoverlast

[2] https://denbosch.notubiz.nl/document/12959737/1#search=%22afvalstoffendienst%22

[3]https://denbosch.notubiz.nl/document/12816433/1/Brief+college+30+mei+2023+over+Weerbare%2C+veilige+en+integere+overheid

[4] https://www.nlarbeidsinspectie.nl/onderwerpen/algemeen-werkstress-en-psychosociale-belasting

Geachte mevrouw Samshuijzen,

In uw brief van 29 augustus 2023 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over: Uitblijven communicatie omtrent brand Afvalstoffendienst.

Op deze vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:


Vraag 1:

Kunt u aangeven waarom de raad (nog) niet is gei'nformeerd over de brand bij de Afvalstoffendienst?

Antwoord:

De brand is in de vroege ochtend van maandag 28 augustus ontstaan. Eerste prioriteit lag bij het blussen van de brand en treffen van maatregelen om eventuele verspreiding tegen te gaan. Vervolgens hebben we voor gezorgd dat de medewerkers goed werden opvangen en ge'fnformeerd over zowel de brand als de aangepaste dienstverlening. Uiteraard zijn we op maandag 28 augustus aan de slag gegaan voor het informeren van de raad. Op maandag hebben wij de raadsbrief opgesteld die u dinsdag 29 augustus heeft ontvangen.

Vraag 2:

Vanuit berichtgeving van de media begrijpen wij dat de brand is ontstaan in een opslag van PBD-materiaal, klopt dat? lndien dit niet klopt, kunt u aangeven waar de brand ontstaan is?

Antwoord:

Nee dat klopt niet. De brand is ontstaan bij bedrijfsmatig restafval.

Vraag 3:

Kunt u aangeven wat de oorzaak van de brand is? Zo nee, wordt hier door u en/of de veiligheidsregio nog nader onderzoek naar gedaan?

Antwoord:

Dat is niet verder onderzocht. Wanneer er geen sprake is van brandstichting en de oorzaak naar alle redelijkheid bekend is, wordt geen onderzoek ingesteld.

De verzekering kan besluiten dit toch te doen voor hun eigen onderzoek maar in deze situatie lijkt er geen sprake van te zijn. Aannemelijk is dat een lithium-ion batterij of accu in het restafval dat is gaan ontbranden de reden geweest.

Vraag 4:

Welke (schadelijke) stoffen zijn er vrijgekomen door de brand?

Antwoord:

De brandweer heeft in de omgeving metingen uitgevoerd (bij kantoorgebouwen). Bij een kantoorgebouw aan de overkant van het spoor is een verhoogde concentratie koolmonoxide gemeten. Na onderzoek is gebleken dat de oorzaak hiervan uit het bedrijf zelf was afkomstig. Op leefniveau (ruimte in de buitenlucht waar mensen zich bewegen) is er geen aanleiding geweest om specifieke metingen uit te voeren.

Vraag 5:

Is er sprake van milieuschade? Zo ja , kunt u aangeven wat de milieuschade inhoudt?

Antwoord:

Nee. De brand is heel snel opgemerkt en de brandweer was snel ter plaatse. De brand was op een vloeistofkerende vloer ontstaan waardoor er geen stoffen in de bodem zijn terechtgekomen. Bij het blussen is het gemaal dichtgezet zodat het bluswater kon worden opgevangen. Na het blussen van de brand is dit bluswater afgevangen en afgevoerd. Hierna is het riool gereinigd en het gemaal weer opengezet. Er is dus geen bluswater op het oppervlaktewater geloosd.

Vraag 6:

Kunt u de incidentenrapportage met ons delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

De veiligheidsregio Brabant-Noord is betrokken geweest bij het strijden van de brand. De evaluatie van het incident is nog niet voltooid. Als dat zo ver is, dan kunnen wij de resultaten van de evaluatie met u delen.

Vraag 7:

Welke maatregelen zullen genomen worden om het risico op brand bij de Afvalstoffendienst in de toekomst te voorkomen?


Antwoord:

We nemen nodige maatregelen om ongevallen maar ook incidenten zoals een brand te voorkomen zoals toepassen van juiste voorzieningen en gedragsregels. Als organisatie (afvalinzamelaar) zijn we afhankelijk van de inhoud van het afval dat wordt aangeboden door huishoudens en bedrijven. Als hierin accu's of batterijen in zitten, dan is het risico op een brand altijd aanwezig. Dit is trouwens niet alleen bij de Afvalstoffendienst een risico maar landelijk hebben inzameldiensten hiermee te maken.

Vraag 8:

Vanuit berichtgeving in de media begrijpen wij dat de brand rond 4:00u 's nachts is ontstaan maar dat het NL-Alertbericht pas om 8:30u 's-ochtends verstuurd is. Vanuit voorzorg is dat moeilijk te rijmen. Kunt u aangeven waarom het NL- Alertbericht pas vierenhalf uur later is verstuurd dan het ontstaan en detecteren van de brand? Kunt u aangeven hoe het komt dat er zo'n grate vertraging in het versturen van het NL-Alertbericht plaats heeft gevonden? Kunt u aangeven of dat u dit met de veiligheidsregio gaat evalueren om dit proces voor mogelijke toekomstige scenario's te bespoedigen?

Antwoord:

Het versturen van NL-Alertberichten is de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. We hebben over het versturen van NL­ Alertbericht vanwege de brand navraag gedaan bij de Veiligheidsregio. De reactie van de Veiligheidsregio is als volgt. Op het moment van het ontstaan

van de brand was er geen sprake van veel overlast in de omgeving. Doordat de brandweer op een gegeven moment voor de bestrijding van de brand heeft gekozen om de brandende materialen naar buiten te halen en af te blussen, ontstond er meer rook- en stankoverlast. Daarop heeft de brandweer NL­ Alertbericht verstuurd. Het NL-Alertbericht was vooral gericht op het informeren van de bevolking over de oorzaak van de overlast en het geven van een handelingsperspectief.

Vraag 9:

Hoe heeft de brand van afgelopen zondagnacht invloed (gehad) op de medewerkers van de Afvalstoffendienst en de arbeidsomstandigheden van de medewerkers, dan wel fysiek dan wel mentaal?

Antwoord:

De brand is vóór werktijd begonnen. Bij de aankomst van de eerste medewerker rond 4.00 uur is de brand opgemerkt en is de alarmering in gang gezet. Er was op dat moment nog niemand werkzaam. Ook niet in de overslaghal. Daarom heeft de brand geen fysiek letsel veroorzaakt. Vanwege de rookontwikkeling in zuidoostelijke richting zijn de werkzaamheden voor de medewerkers van het milieustation tijdelijk stopgezet. Zij zijn opgevangen in de kantine van de Afvalstoffendienst. Verder heeft de brand, zowel fysiek als mentaal geen invloed gehad op de medewerkers.

Vraag 10:

Hoe zijn de medewerkers van de Afvalstoffendienst geinformeerd en welke ruimte is hen geboden voor vragen en zorgen?

Antwoord:

Vóór de start van de werkzaamheden zijn de medewerkers van de Afvalstoffendienst mondeling op de hoogte gebracht van de brand. Via de gesloten Facebook-pagina van de Afvalstoffendienst is ook informatie verstrekt over de brand en de gevolgen hiervan. Tevens is gedurende de hele dag zijn de medewerkers via de mail continu op de hoogte gehouden over de situatie en de ontwikkelingen.

Vraag 11:

Kunt u aangeven wat de status is van het onderzoek naar de veiligheid en het verbeteren daarvan bij de Afvalstoffendienst, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli ji. aan refereerde?

Antwoord:

Zie antwoord vraag 13.

Vraag 12:

Kunt u aangeven wat de status is van het onderzoek naar het arbosysteem van de gemeente, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli ji . aan refereerde?
Antwoord:

Zie antwoord vraag 13.

Vraag 13:

Kunt u aangeven wat de status is van de uitvoering en opvolging van de nieuwe Rl&E, waar wethouder Ralph Geers in de raadsvergadering van 4 juli ji . aan refereerde?

Antwoord:

Binnen de Afvalstoffendienst zijn we bezig met stappen maken om veiligheid en gezondheid naar een hoger niveau te tillen . In dat kader zijn sinds begin dit jaar de risico's voor alle activiteiten van de Afvalstoffendienst ge'lnventariseerd en vastgelegd . De acties uit de plannen van aanpak worden opgepakt en gemonitord . Ook worden voorlichting en instructies gegeven in de vorm van toolboxmeetings en voeren zowel de teamleiders als managers toezichtrondes uit om te controleren of de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd.

Voor het vastleggen van de Rl&E's en het borgen van acties uit de plannen van aanpak is het systeem AMS (Arbomanagementsysteem) aangeschaft. Het

AMS is een hulpmiddel voor de organisatie voor het vastleggen , uitvoeren en borgen van de Rl&E's en de acties die daarmee samenhangen. Verder is er een ongevallen en incidentenmodule in het AMS waar alle ongevallen en

incidenten in worden bijgehouden. Hier kunnen ook concrete acties aan worden gekoppeld. Zaken die al geregeld waren zoals keuringen van machines en installaties zijn ook in het AMS gezet, waardoor we meldingen krijgen wanneer een machine of installatie weer aan de beurt is voor de keuring. Als laatste is er nog een documentenmodule waarin alle procedures , werkinstructies etc. met betrekking tot veiligheid en gezondheid in opgeslagen kunnen worden.

Vraag 14:

Kunt u aangeven hoe dit incident bij de Afvalstoffendienst zich verhoudt tot de uitvoering van en opvolging van de nieuwe Rl&E?

Antwoord:

Een Rl&E is een levend document en moet continu worden bijgehouden. Dit betekent dat deze bijgesteld moet worden naar aanleiding van zo'n brand, zodat hierop weer concrete vervolgacties opgezet en uitgevoerd kunnen worden . Op die manier blijf je continu leren en kun je herhaling in de toekomst voorkomen wat natuurlijk het streefdoel is. Het feit blijft dat ook als alle maatregelen zijn getroffen, niet alles in de praktijk te voorkomen is.

Vraag 15:

Verband houdend met de Rl&E, in het collegebericht3 van 30 mei ji. wordt aangegeven dat het voornemen is om onderzoek te doen naar PSA (psychosociale arbeidsbelasting) . Dit is echter reeds onderdeel van de Rl&E. Kunt u aangeven op welke manier u hiermee een aanvulling op de Rl&E wil doen, bent u bijvoorbeeld op voorhand van plan om een verdiepend PSA onderzoek te doen? Kunt u aangeven wat de status van dit voornemen is?

Antwoord:

Binnen de Afvalstoffendienst is in januari 2023 al een verdiepend onderzoek PSA uitgevoerd . De resultaten hiervan en de adviezen hierover zijn opgenomen in de Rl&E's en daarmee automatisch in het Arbomanagementsysteem. Acties zijn al toegewezen aan de managers.


Wij hopen u hiermee voldoende te hebben gelnformeerd.

Hoogachtend ,

Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,

De gemeentesecretaris, drs. B. van der Ploeg

De burgemeester , drs. J.M.L.N. Mikkers

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen op de bres voor de recyclebare fles

Lees verder

Schriftelijke vragen de vos in Den Bosch

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer