Schriftelijke vragen methode herstel natuur Rosmalen en Vinkel
Indiendatum: 20 okt. 2023
Den Bosch, 20 oktober 2023
Betreft: vragen ex art. 71 R.v.O.
Onderwerp: methode herstel natuur Rosmalen en Vinkel
Geacht college,
In het raadsinformatiebulletin van week 41 lezen wij dat u aan slag gaat met natuurherstel in het Mariaburgbos en het Vinkelsbos. Te veel stikstof heeft daar namelijk geleid tot bodemveranderingen, verzuring en overmatige voedingsstoffen. U gaat aan de slag met maatregelen die zijn gericht op het verbeteren van de natuur, het vergroten van de biodiversiteit, vermindering van stikstofdepositie en het creëren van robuustere bossen die aantrekkelijk zijn voor iedereen. Onze fractie is blij met de inzet op natuurherstel. Wij lezen dat de volgende interventies plaats gaan vinden:
- Nieuwe inheemse bomen planten
- Verwijderen niet inheemse bomen
- Dood hout in het bos laten
- Verrijken van de bodem met steenmeel
- Hydrologische maatregelen om te vernatten
Ten aanzien van de voorgenomen interventies en de beoogde doelen hebben wij echter wel enkele vragen. Steenmeel is een toepassing waar Staatsbosbeheer van aangeeft hier terughoudend mee te zijn, omdat dit een experimentele oplossing is[1]. Zij geven aan nog onvoldoende zicht te hebben op de lange termijneffecten ervan. Het toevoegen van gebiedsvreemde stoffen kan onverwachte en mogelijk ongewenste effecten hebben op het bodemleven en op complexe ecosystemen, waar verschillende onderzoeken naar lopen. Vooral over de inzet van steenmeel in bos is veel discussie, omdat veel bos-ecosystemen zeer complex zijn.
Ook geeft Staatsbosbeheer aan dat steenmeel slechts een deel van het stikstofprobleem aanpakt; alleen de verzuring. Een teveel aan stikstof leidt niet alleen tot verzuring maar ook tot vermesting. Steenmeel verandert niets aan de vermesting.
Vernatting kan daarentegen wel leiden tot lagere nitraatconcentraties, de hydrologische maatregelen kunnen in die zin effectief zijn. Vernatting is echter geen maatregel tegen de stikstofdepositie zelf, de stikstofdepositie waarvan u aangeeft deze te gaan verminderen. De stofstofdepositie wordt enkel verminderd wanneer er minder stikstofoxiden en ammoniak vanuit de lucht op de natuurgebieden terecht komen. Stikstofdepositie betreft niet de aanwezige te hoge nitraatwaarden in de gebieden en de verlaging van deze aanwezige waarden, maar de hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak die terecht komen op de gebieden. Oftewel, voorkomen dat er teveel stikstof in de gebieden terecht komt. In de maatregelen die u aangeeft lezen wij geen maatregelen om de depositiewaarden te verlagen en hiermee de bron van de problemen, de invoer van te veel stikstof in de natuurgebieden, aan te pakken.
Wij hebben hierover de volgende vragen aan u:
- Kunt u aangeven wat de overweging is om steenmeel toe te passen?
- Wordt steenmeel in alle en de volledige genoemde natuurgebieden toegepast? Wat zijn uw overwegingen hierbij?
- U geeft aan dat u de stikstofdepositie in de betreffende natuurgebieden gaat verminderen: kunt u aangeven welke maatregelen u hiervoor gaat nemen?
Wij kijken uit naar uw beantwoording, bij voorbaat dank.
Namens de fractie van Partij voor de Dieren,
Eileen Samshuijzen
[1] https://www.staatsbosbeheer.nl/wat-we-doen/natuurverhalen/2022/07/5-vragen-over-het-gebruik-van-steenmeel
Indiendatum:
20 okt. 2023
Antwoorddatum: 7 nov. 2023
Geachte mevrouw Samshuijzen,
In uw brief van 20 oktober 2023 stelt u raadsvragen ex artikel 71 Reglement van Orde over: Methode herstel natuur Rosmalen en Vinkel herzien.
Op uw vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:
Vraag 1: |
Kunt u aangeven wat de overweging is om steenmeel toe te passen? |
Antwoord: | Helaas zijn de bodems van onze natuurgebieden ernstig verzuurd. Dit is een gevolg van de verzurende depositie van zwavelen stikstofhoudende componenten. Door deze verzuring zijn veel bufferende mineralen zo goed als geheel verdwenen. Het bodemleven (denk aan wormen etc.), de vegetatie en fauna hoger in de voedselketen heeft hier ernstige last van. Om het bufferende vermogen te herstellen kan men deze aanvullen door middel van kalk. Recent onderzoek heeft aangetoond dat overdosering leidt tot verruiging van de vegetatie en dus een onwenselijk neveneffect geeft. Een relatief nieuwe methode voor het bufferende vermogen en de mineralen aan te vullen is een steenmeel gift. Een bijkomend voordeel is dat steenmeel zeer langzaam werkt waardoor er ook geen zogenaamde 'shock' wordt gegenereerd in de natuur. Steenmeel is inmiddels al 9 jaar in onderzoek en de resultaten tonen dat een lichte dosis (10ton/ha) leidt tot een herstel van de buffering in bossen en heide. Ook zien we in heide de bodemfauna toenemen na steenmeelgift en zien we doelsoorten in de vegetatie weer verschijnen. Vanwege deze positieve effecten op de biodiversiteit en de hoge noodzaak voor herstel van de verzuring is besloten om steenmeel toe te passen |
Vraag 2: | Wordt steenmeel in alle en de volledige genoemde natuurgebieden toegepast? |
Antwoord: | Nee, zeker niet. In de vochtige bossen wordt geen steenmeel toegepast. U geeft terecht aan dat hydrologische maatregelen hier kunnen helpen. In deze vochtige bossen wordt met hydrologische maatregelen getracht om de negatieve effecten van stipstofdepositie te verminderen. Voor dit project betreft dit het Vinkelsebos en het zuidoostelijke deel van Landgoed Eikenburg. Op deze terreinen wordt dus geen steenmeel toegepast. Steenmeel wordt wel toegepast in de bossen in het Mariaburgbos en in een groot deel van Landgoed Eikenburg. Zie bijgevoegde kaart. Wat zijn uw overwegingen hierbij? Bij deze besluitvorming zijn enkele belangrijke criteria gehanteerd. Allereerst wordt de bodem op veel locaties chemisch doorgemeten om te zien of er überhaupt wel een verzuringsprobleem is. Daarnaast worden gebieden uitgesloten van steenmeel waarvan we niet weten (wegens gebrek aan onderzoek) of steenmeel hier een positief effect sorteert. Denk hierbij aan gebieden zoals veenrijke vegetatie of hoogveenbos. In de praktijk komt dit neer op het uitvoeren van steenmeel op de meest urgente (meest verzuurde): gebieden waar de biodiversiteit zeer arm en de noodzaak voor herstel acuut is |
Vraag 3: |
U geeft aan dat u de stikstofdepositie in de betreffende natuurgebieden gaat verminderen: kunt u aangeven welke maatregelen u hiervoor gaat nemen? |
Antwoord: |
Bronmaatregelen verdienen altijd de voorkeur. Als gemeente dragen we daaraan bij met ontwikkelingen zoals het verder elektrificeren het gemeentelijke wagenpark en het inschakelen van aannemers die uitstootvrije werktuigen gebruiken. Ook werken we als gemeente, met diverse partners, aan natuurherstel in het proces van de Gebiedsgerichte Groenblauwe Aanpak (GGA). Daarnaast volgens we de landelijke en provinciale ontwikkelingen. De hoeveelheid stikstofdepositie dat neerkomt in de natuurgebieden is een externe factor, die niet beïnvloed kan worden door maatregelen in de natuurgebieden zelf. De gevolgen hiervan beperken we met deze maatregelen wel zoveel als mogelijk. |
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,
De gemeentesecretaris, |
De burgemeester, |
drs. B. van der Ploeg |
drs. J.M.L.N. Mikkers |
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen alle hens aan dek voor de Kaderrichtlijn Water
Lees verderSchriftelijke vragen stop de vervuiling van natuur en milieu door sigarettenpeuken
Lees verder